13.4 Hormonen regelen glucoseconcentratie

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

 Hormonen regelen glucoseconcentratie

Hormonen

Testosteron, oestrogeen, insuline, glucagon, schildklierhormoon, adrenaline

Stoffen door klieren afgegeven aan het bloed.

Regelen op afstand.

glucose

brandstof voor alle cellen

te weinig glucose => hersenen te weinig brandstof => coma

te veel glucose => verlies van deze kostbare stof in urine

constant houden glucose concentratie

hormonen in de alvleesklier

  insuline en glucagon

koolhydraat rijke voeding

vertering  (speeksel, alvleessap, dunne darmsap)

koolhydraten  =>  (glucose)

opname in de dunne darm => poortader => lever

na het eten van koolhydraten

- bloed glucose concentratie stijgt

- insuline

=> weefsels (+ lever) nemen glucose op (gaat de cellen in)

=>  lever maakt glycogeen (opslag)

bij inspanning

- bloed glucose concentratie daalt

- glucagon

=> glycogeen in de lever wordt afgebroken

=> meer glucose in het bloed

Waar wordt insuline geproduceerd?

1. Lever
2. Alvleesklier
3. Schildklier
4. Glucagon

Welk hormoon produceer je als het glucose gehalte in je bloed te laag is?

1. Glucagon
2. Glycogeen
3. Insuline
4. glucose

Welk hormoon wordt bij een diabetespatiënt onvoldoende geproduceerd?

1. Adrenaline
2. glucagon
3. insuline
4. schildklierhormoon.

Welk hormoon produceer je als het glucose gehalte in je bloed te hoog is?

1. Glucagon
2. Glycogeen
3. Insuline
4. glucose

Op welke momenten wordt glucagon gemaakt?

Op welke momenten wordt insuline gemaakt?

diabetes mellitus

De alvleesklier maakt te weinig insuline

Diabetes type 1  jonge leeftijd

Diabetes type 2, ouderdomsdiabetes, oudere mensen, overgewicht

diabetes: te weinig insuline

Bloed glucose is hoog,  de cellen nemen te weinig glucose op (want geen insuline)

                         

=> glucose verlies urine

glucose                  glycogeen

Lever

Bloed

te veel glucose => opslag in de lever

te weinig glucose => afbraak glycogeen