Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
Opdracht
Taalblokken
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je over werkwoorden?
Slide 3 - Carte mentale
Het werkwoord
Geeft aan wat er wordt gedaan of wat er gebeurt
Doe-woorden
Alle werkwoorden uit een zin samen: werkwoordelijk gezegde
Splitsen in zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Slide 4 - Diapositive
Zelfstandig werkwoord
Geeft de belangrijkste betekenis aan het wwg
Altijd één hoofdwerkwoord in een zin, een zin met één werkwoord: is automatisch een hoofdwerkwoord
Kan een persoonsvorm, infinitief of een voltooid deelwoord zijn
Hulpwerkwoord
De overgebleven werkwoorden in de zin
Er kunnen ook geen of meerdere hulpwerkwoorden in een zin voorkomen
Meest voorkomende hulpwerkwoorden: hebben, zijn, worden, zullen, gaan, willen, kunnen, moeten, mogen
Slide 5 - Diapositive
Ik huiswerk .
Hoofdwerkwoord
Hulpwerkwoord(en)
heb
opgegeven
Slide 6 - Question de remorquage
Nora wel op mijn feest .
Hoofdwerkwoord
Hulpwerkwoord(en)
zou
komen
hebben
willen
Slide 7 - Question de remorquage
Ik niet wat hij !
Let op: een samengestelde zin kan wel twee hoofdwerkwoorden hebben, met ieder hun eigen hulpwerkwoorden.
Hoofdwerkwoord
Hulpwerkwoord(en)
kan
geloven
heeft
gedaan
Slide 8 - Question de remorquage
Opdracht
Je krijgt een werkblad met acht zinnen
Onderstreep de werkwoorden in de zinnen
Geef bij elk werkwoord aan of het een hoofdwerkwoord of een hulpwerkwoord is
We werken in groepjes van drie
Slide 9 - Diapositive
Nabespreken
Hoe ging de opdracht?
Quiz over de lesstof
Slide 10 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een alinea
B
Alle werkwoorden op een regel
C
Alle werkwoorden in een zin
Slide 11 - Quiz
Wat geeft de belangrijkste betekenis aan het werkwoordelijk gezegde?
A
Hoofdwerkwoord
B
Hulpwerkwoord
Slide 12 - Quiz
Een hoofdwerkwoord kan een ... zijn.
A
Persoonsvorm
B
Infinitief (heel werkwoord)
C
Voltooid deelwoord
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 13 - Quiz
De leraar is de theorie aan het uitleggen.
Het werkwoord 'is' is een:
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord
Slide 14 - Quiz
De leraar is de theorie aan het uitleggen.
Het werkwoord 'uitleggen' is een:
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord
Slide 15 - Quiz
In welke zin staat een voltooid deelwoord?
A
De leraar heeft ons huiswerk gegeven.
B
De leraar geeft ons een opdracht.
Slide 16 - Quiz
Een zin kan meerdere hulpwerkwoorden hebben. Bedenk een zin met één hoofdwerkwoord en twee hulpwerkwoorden.
Slide 17 - Question ouverte
Taalblokken
Maken:
Spelling en grammatica 2F
Woordsoorten - het werkwoord
Opdracht 1 t/m 3
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Uitleg woordsoorten: het werkwoord
Novembre 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
opstart 1.7 28/1
il y a 6 jours
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
M1 l4 Bijvoeglijke naamwoorden
Août 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mai 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Taal
Primary Education
De Passé Composé: Een Tijdreis door het Verleden
Septembre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
De Voltooide Tijd: Oefenen en Vervoegen
Mars 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Zinsleer - onderwerp en gezegde
Février 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Hoofdwerkwoorden en hulpwerkwoorden
Mai 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1