Les 4 Het netvlies

Upload een foto van je nagekeken antwoorden bij 15.3
1 / 19
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Upload een foto van je nagekeken antwoorden bij 15.3

Slide 1 - Question ouverte

Stel hier je vragen bij 15.3

Slide 2 - Question ouverte

Doelen
  • Je kunt van staafjes en kegeltjes uitleggen op welke plaatsen in het netvlies terug te vinden zijn en hoe staafjes en kegeltjes licht omzetten naar impulsen die naar de hersenen gaan.

  • Je kunt uitleggen hoe staafjes en kegeltjes verbonden zijn met horizontale-, bipolaire,- en ganglioncellen 

  •  Je kunt uitleggen hoe de verbindingen tussen receptieve velden contrastverhogend werken

Slide 3 - Diapositive

Hoe werkt kleurenblindheid?

Slide 4 - Diapositive

Netvlies
In het netvlies worden lichtprikkels omgezet in impulsen.
Via de oogzenuw gaan deze naar de grote hersenen om het beeld te verwerken.

Slide 5 - Diapositive

Netvlies
Op het netvlies liggen 2 soorten zintuigcellen.

1. De staafjes
2. De kegeltjes 

staafjes kegeltjes

Slide 6 - Diapositive

als je dat in de onderbouw nog niet gedaan hebt


én hoe zou dit kunnen?

"Vroeger hadden wij van Glow in the Dark sterren aan het plafond. Als je dan recht naar de Maan keek dan "gloeide" hij niet zo hard dan als dat je er vlak langs keek (omdat je dan naar een ster keek bijvoorbeeld)"


Slide 7 - Diapositive

verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies
vlekken

Slide 8 - Diapositive

wie ziet beter??

Slide 9 - Diapositive

macro
micro
octopus en mens

Slide 10 - Diapositive

Leg uit waardoor de octopus (rechts) een scherper en completer beeld krijgt dan de mens (links)

Slide 11 - Question ouverte

Hoe wordt licht omgezet tot een impuls?

Slide 12 - Diapositive

rhodopsine

Slide 13 - Diapositive

Het terugvormen van rhodopsine uit retinal en opsine kost tijd. Verklaar dat hierdoor bij langdurige blootstelling aan licht het gezichtsvermogen afneemt.

Slide 14 - Question ouverte

Receptieve velden
B pigmentcellen
C fotoreceptoren (staaf + kegel)
D Bipolaire cellen
E ganglioncellen


hoe groter het receptieve veld, hoe lager het scheidend vermogen (resolutie)
receptieve velden

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Licht-donker contrast
  • dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren  
  • wit -zwart is het grootste contrast 
  • contrast zicht wordt versterkt door amacrien en horizontale cellen

Slide 17 - Diapositive

contrast zien
contrast

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
15.4 gemaakt en nagekeken

Slide 19 - Diapositive