Les 4 Het netvlies

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoe werkt kleurenblindheid?

Slide 2 - Diapositive

Overdag
in de nacht....

Slide 3 - Diapositive

Hoe kan dit?


"Vroeger hadden wij van Glow in the Dark sterren aan het plafond. Als je dan recht naar de Maan keek dan "gloeide" hij niet zo hard dan als dat je er vlak langs keek (omdat je dan naar een ster keek bijvoorbeeld)"


Slide 4 - Diapositive

ronde vlekken?
Ze zijn er niet, 
maar je ziet ze toch


hoe kan dit?

Slide 5 - Diapositive

Doelen
  • Je kunt van staafjes en kegeltjes uitleggen op welke plaatsen in het netvlies terug te vinden zijn en hoe staafjes en kegeltjes licht omzetten naar impulsen die naar de hersenen gaan.

  • Je kunt uitleggen hoe staafjes en kegeltjes verbonden zijn met horizontale-, bipolaire,- en ganglioncellen 

  •  Je kunt uitleggen hoe de verbindingen tussen receptieve velden contrastverhogend werken

Slide 6 - Diapositive

Netvlies
In het netvlies worden lichtprikkels omgezet in impulsen.
Via de oogzenuw gaan deze naar de grote hersenen om het beeld te verwerken.

Slide 7 - Diapositive

Netvlies
Op het netvlies liggen 2 soorten zintuigcellen.

1. De staafjes
2. De kegeltjes 

staafjes kegeltjes

Slide 8 - Diapositive

verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies
vlekken

Slide 9 - Diapositive

wie ziet beter??

Slide 10 - Diapositive

macro
micro
octopus en mens

Slide 11 - Diapositive

Leg uit waardoor de octopus (rechts) een scherper en completer beeld krijgt dan de mens (links)

Slide 12 - Question ouverte

Hoe wordt licht omgezet tot een impuls?

Slide 13 - Diapositive

rhodopsine

Slide 14 - Diapositive

Het terugvormen van rhodopsine uit retinal en opsine kost tijd. Verklaar dat hierdoor bij langdurige blootstelling aan licht het gezichtsvermogen afneemt.

Slide 15 - Question ouverte

Receptieve velden
B pigmentcellen
C fotoreceptoren (staaf + kegel)
D Bipolaire cellen
E ganglioncellen


hoe groter het receptieve veld, hoe lager het scheidend vermogen (resolutie)
receptieve velden

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Licht-donker contrast
  • dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren  
  • wit -zwart is het grootste contrast 
  • contrast zicht wordt versterkt door amacrien en horizontale cellen

Slide 18 - Diapositive

contrast zien
contrast

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
20.2 gemaakt en nagekeken

Slide 20 - Diapositive