1.5 Het landschap in Hoog Nederland Deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1.5 Het landschap in Hoog-Nederland

Pak erbij:

- ipad
- schrift

-boek

- werkboek

Wat gaan we vandaag doen?

(1) herhalen paragraaf 1.5

(2) leerdoelen bespreken
(3) maken opdrachten

(4) afsluiten

Het Nederlandse landschap bestaat uit:
Hoog-Nederland
Laag-Nederland
Welke letter geeft Hoog-Nederland aan?

1. A
2. B

De eerste bewoners van Hoog Nederland waren....

1. Jagers & verzamelaars
2. Landbouwers

Hoog Nederland is van nature vooral...?

1. Onvruchtbaar, er is een tekort aan neerslag
2. Vruchtbaar, boeren konden hier makkelijk alles verbouwen
3. Vol met landbouw, veel glastuinbouw
4. Onvruchtbaar, er was veel mest nodig

Hoe noemen we heuvels die door de ijstongen zijn achtergelaten in Nederland?

1. Stuwwallen
2. Terpen
3. Duinen
4. Zuid-Limburg

wat voor een grondsoort heeft Hoog-Nederland

1. klei
2. steen
3. zand
4. moeras

B = ...

1. Ijstong
2. Stuwwal
3. Smeltwaterdal

Welke uitspraak gaat over de koude perioden in Nederland.

1. Tijdens de laatste koude periode is heel Nederland met ijstongen bedekt.
2. Tijdens koude perioden hadden de ijstongen een dikte van 500 meter.
3. De grootste zwerfstenen kom je in het zuiden van Nederland tegen.
4. De ijstongen hebben het sediment van de rivier opzij geduwd tot stuwwallen.

Op welke manier komen zwerfstenen in Nederland terecht?

1. Via de rivier
2. Via ijstongen
3. Beide
4. Geen van beide

Wat zijn nadelen van zandgronden?

1. Het houdt niet veel water vast en is niet vruchtbaar
2. Het houdt veel water vast en is vruchtbaar
3. Het houdt niet veel water vast en is heel vruchtbaar

Leerdoelen:

1. Ik kan uitleggen hoe het reliëf in Hoog-Nederland is ontstaan en maak hierbij gebruik van de begrippen uit deze paragraaf.
2. Ik kan uitleggen hoe zwerfstenen in Nederland terecht zijn gekomen
3. Ik kan uitleggen waarom de grond in Hoog-Nederland onvruchtbaar is en hoe het geschikt is gemaakt voor akkerbouw

En nu?

Wissel je antwoorden uit met een ander tweetal!

- verbeter elkaar
- kijk waar de verschillen zitten
- bespreek waarom jullie antwoorden hetzelfde/verschillend zijn

--> hierna klassikaal! 

Bespreken

1. Ik kan uitleggen hoe het reliëf in Hoog-Nederland is ontstaan en maak hierbij gebruik van de begrippen uit deze paragraaf.
2. Ik kan uitleggen hoe zwerfstenen in Nederland terecht zijn gekomen.
3. Ik kan uitleggen waarom de grond in Hoog-Nederland onvruchtbaar is en hoe het geschikt is gemaakt voor akkerbouw.
4. Hoe is de Nederlandse ondergrond gevormd?
5. Hoe is het heuvellandschap in Nederland gevormd?
6. Hunebedden in Drenthe zijn gemaakt van zwerfstenen, waarom hebben we in Limburg geen hunebedden?
7. Waarom is zandgrond onvruchtbaar?
8. Hoe konden mensen dan toch in Hoog Nederland wonen?

Opdrachten maken

Paragraaf 1.5: Weektaak 42

Klaar? herhaling 1.1, t/m 1.4 maken.

Ik vond deze manier van lesstof behandelen fijn

Ja was fijn

Nee was niet fijn

Weet ik niet

Ik wil vaker lesstof op deze manier behandelen

Ja wil ik

Nee wil ik niet

Weet ik niet

Afsluiten

Huiswerk voor na de vakantie: paragraaf 1.5: opdrachten 1, 2, 3, 6 & 8