Facilitaire dienstverlening

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Facilitaire dienstverlening

Inleiding

In het kader van jullie profiel, krijgen jullie zorg en welzijn. Als helpende in de zorg werk je ook vaak in de keuken. Er zijn verschillende facilitaire diensten die hier gebonden zijn, maar vandaag wordt de voedingsdienst behandeld.

Lesdoel:

De leerling kan aan het eind van de les de functionering van facilitaire diensten toelichten

Waar denk jij aan als je het woord voedingsdienst hoort?

Waaruit bestaat de voedingsdienst?

Programma

- Theorie voedingsdienst

- HACCP

- Productie proces

- Quiz

- Opdracht

- Bespreking

De organogram van de voedingsdienst bestaat uit uitdiensten

1. Hoofd-voedingsdienst          5.Dieetkok

2. Chef-kok                                  6. Voedingsassistent

3. Diëtist                                       7. Keukenmedewerkers

4. Kok                                            8. Schoonmaakpersoneel

Welke van de functies in het organogram licht hoger in de rangorde?

1. Chef-kok
2. Dieetkok
3. Diëtist
4. Voedingsassistent

Wat is volgens jou ontkoppeld koken?

Ontkoppeld koken 

• Is het koken van onderdelen van een gerecht of maaltijd die na bereiding wordt afgekoeld of ingevroren en op een ander tijdstip wordt gebruikt, zodat het klaar zal zijn voor bereiding of consumptie.

In het geval van gekoppeld koken worden de maaltijden in ..... karren getransporteerd.

1. Koude
2. Lauwe
3. Hete
4. Warme

Door welke facilitaire afdeling wordt transport uitgevoerd?

1. Gebouwenbeheer
2. Logistiek
3. Textiel
4. Voedingsdienst

Centraal koken

• De maaltijden voor alle patiënten worden op één plaats opgeschept.

Decentraal koken

• Het eten wordt in grotere porties naar één afdeling gebracht en daar wordt opgeschept.

Satelliet keuken

De maaltijden worden gekookt en geportioneerd in een ander bedrijf en wordt getransporteerd naar de instellingen. De keuken dient als doorgeefstation.

• Het systeem moet voorkomen dat zorgvragers niet ziek worden.

• Door de juiste snijplanken te  gebruiken verklein je de kans op kruisbesmetting

7 onderzoeksfasen van HACCP 

1.  Alle gevaren van de processtappen  zoals; inkoop, bewaren, bereiden en transporteren beschrijven.

2. De kritische beheers punten bepalen(temperatuur van de koelkast).

3. Vaststellen van normen afhankelijk van de kritische beheers punten.

4. Ontwikkel een controlesysteem voor de beheersing van de kristische beheers punten.

7 onderzoeksfasen van HACCP 

5. Ontwikkel een correctiesysteem voor alle mogelijke afwijkingen, wie onderneemt actie bij een afwijking in de temperatuur.

6. Stel verifieerprocedures op, hoe word de temperatuur regelmatig gemeten.

7. Ontwikkel een registratie -en documentatiesysteem, hoe en waar worden de gegevens bewaard.

Schoonmaken

Na het bereiden en uitdelen van het voedsel in de instelling moet er altijd schoongemaakt worden.

De vuile vaat wordt opgehaald en schoongemaakt in de vaatwasser.

Productie proces

• De instelling heeft als doel, om het maximaal tegemoet te komen aan de onbeperkte
  

    behoeften van de cliënten wat betreft voeding.

• Dit moet medisch verantwoord en maatschappelijk financieel haalbaar zijn.

Productie proces 

1. Inkoop van voedingsmiddelen.

2. Bewaren van voedingsmiddelen.

3. Bereiden van gerechten.

4. Portioneren van gerechten.

5. Transport van de maaltijd.

6. Retour vuile vaat en afwas. 

7. Schoonmaak.

Bewaren van voedingsmiddelen

• Juiste verpakking
• Juiste temperatuur
• Houdbaarheidsdatum
• FIFO en LIFO
• Afkoeling

Wat betekent FIFO?

1. First in last out
2. First in first on
3. First in first out
4. First out first in

Bij welke voorbeeld is er sprake van een 'convenience product'?

1. Ei
2. Broccoli
3. Fanta
4. Kant en klare pizza

Wat zijn voorbeelden van convenience producten?

Opdracht

Wat: Een gebakken ei maken(rekening houding met de diëten).

Tijd: 50 minuten.

Met wie: In duo's.. 

Benodigdheden: Het recept. ingrediënten de docent. 

Klaar: Haal de docent om je gerecht te proeven.

Sta op als:

- Je de les van vandaag belangrijk vond.

- Je vandaag iets nieuws hebt geleerd.

-Je de leerdoel hebt behaald.

- Je een tip/top hebt.

Wat heb je vandaag geleerd wat je niet eerder wist?

Wat ging tijdens de les goed en wat heeft meer aandacht nodig?

Leg de lat niet te hoog tijdens het zoeken naar positieve punten. Schrijf dingen op die goed gingen, waar je dankbaar voor bent of die gewoon leuk waren. Hou juist oog voor de kleine dingen. Misschien ben je naar buiten geweest, was je op tijd op school, heb je je tanden gepoetst, lekker gegeten of heb je de tijd genomen om naar de zonsondergang te kijken. Hoe klein het ook is: schrijf het op!”