Havo 4 - beeldspraak

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

NEDERLANDS

Vandaag

• Beeldspraak 
• PWS
• Rapportbespreking 
• Opdrachten
  
  

--> Theorie ophalen
--> Oefenen met theorie
--> je komt erachter wat je nog moeilijk vindt

Weten jullie nog wat beeldspraak is?

Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik

beeldspraak is ook een stijlfiguur: hiermee maak je je taal mooier en interessanter

Beeldspraak

2 categorieën: 

-Metafoor 

- Metonymia / metonymie

Metaforen

--> Vergelijking met een verbindingswoord​

--> Zuivere metafoor​ 

--> Personificatie ​

--> Synesthesie​

--> Homerische vergelijking

Vergelijking:

Een vergelijking herken je aan de woorden 'als' en 'net'. Hij is zo rood als een kreeft. Ze is net (als) een nachtegaal. Ook bij de woorden 'van een' kun je denken aan een vergelijking: hij is een beer van een vent.

Zuivere metafoor:

Bij een metafoor zijn de woorden 'als' of 'van een' weggelaten. Wél worden er twee dingen vergeleken: "Het is hier een zwijnenstal!" roept moeder, als ze Tommy's kamer ziet.

Personificatie 

Aan levenloze zaken (dingen) wordt een menselijke eigenschap toegekend: de oude auto kwam hoestend en proestend op gang.

Stofdeeltjes dansten door de lucht.

Metonymia

Je zegt niet rechtstreeks wat je bedoelt, maar gebruikt een woord dat ermee te maken heeft. Je noemt een deel van het geheel. 

-Even de koppen tellen.
-Ik zou wel een Rembrandt willen hebben

Metonymia (enkele)

--> Deel i.p.v. geheel

--> Geheel i.p.v. deel

-->  Abstract i.p.v. concreet

--> Concreet i.p.v. abstract

--> Voorwerp i.p.v. inhoud

--> Stof i.p.v. voorwerp

--> Enkelvoud i.p.v. meervoud

--> Eponiem

metonymia = alleen beeld aanwezig, beeld heeft niet iets gemeenschappelijk  met object (andere relatie)

Andere relaties: 

• Je noemt maker ipv product                  Ik heb een echte Van Gogh
• Je noemt materiaal ipv product           Even de ijzers onderbinden
• Je noemt verpakking ipv inhoud          Mag ik nog een kopje? 
• Je noemt een deel ipv geheel               De neuzen tellen
• Je noemt geheel ipv deel                        Nederland won 1-0 van Duitsland

Je bedoelt de inhoud, maar noemt het voorwerp: "Zullen we een blikje kopen?"

Je bedoelt het geheel, maar noemt het deel: "Die snor deelt de ene na de andere bekeuring uit!"

Je bedoelt het meervoud, maar noemt het enkelvoud: "De vrouw gebruikt vaker make-up dan de man."

Je bedoelt het bezit, maar noemt de bezitter: "De buren hebben lekkage." (Je bedoelt dat het huis van de buren lekt.)

Even oefenen........

Een vergelijking herken je aan:

1. het woordje '(net) als'
2. het woordje 'met'
3. het woordje 'als', of 'van een'
4. het woordje 'vergeleken'

'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. vergelijking
2. metonymie
3. homerische vergelijking
4. personificatie

'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. synesthesie
2. metafoor
3. personificatie
4. metonymie

'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. vergelijking
2. metonymie
3. metafoor
4. personificatie

'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?

1. metafoor
2. personificatie
3. metonymie
4. vergelijking

'Je brief glimlachte me toe'
Dit is een:

1. Vergelijking
2. Metafoor
3. Personificatie
4. Metonymie

De laatste loodjes wegen het zwaarst.

Dit is een:

1. Vergelijking
2. zuivere Metafoor
3. Personificatie
4. Metonymie

De hockeydames wonnen goud op de Spelen.
Dit is een...

1. Vergelijking
2. zuivere Metafoor
3. Personificatie
4. Metonymie

Deze les is net zo leuk als een bezoek aan de Efteling.
Dit is een:

1. Vergelijking
2. zuivere Metafoor
3. Personificatie
4. Metonymie

Het leven is als een doos bonbons.

Dit is een

1. Vergelijking
2. zuivere Metafoor
3. Personificatie
4. Metonymie

Wij hebben een Herman Brood boven de bank hangen.
Dit is een:

1. Vergelijking
2. zuivere Metafoor
3. Personificatie
4. Metonymie

Bij een metafoor is altijd sprake van een beeld en een object. Juist of onjuist?

1. Juist
2. Onjuist

Moskou reageert fel op de kritieken.

Dit is een:

1. Vergelijking
2. zuivere Metafoor
3. Personicatie
4. Metonymie

De toekomst lacht ons toe.

Dit is een:

1. Vergelijking
2. zuivere Metafoor
3. Personicatie
4. Metonymie

Welk onderdeel of onderwerp van deze les vond het lastigst?

Bedankt!

Vragen?

Leerlingen in de les: PWS en rapportavond.
Daarna: opdracht 2 en 6 (P. 82-83)

Leerlingen online: werk nog even aan je leerplan in NUMO