H3 Grammatica 30 zinsdelen deel 2

Welkom havo 3


Grammatica 30 (zinsdelen deel 2)

Tekst
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom havo 3


Grammatica 30 (zinsdelen deel 2)

Tekst

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerkopdracht nakijken (opdr. 1, p. 123) --> klassikaal
  3. Grammatica 30: zinsdelen deel 2
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

10 minuten lezen

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1 nakijken

Slide 4 - Diapositive

Een zinsdeel is een stukje van een zin.

Maar hoe weet je dan of iets één zinsdeel is?
A
Het heeft als geheel dezelfde functie.
B
Het blijft in elke volgorde bij elkaar (als de betekenis niet verandert).
C
Het kan voor de persoonsvorm.
D
Alle antwoorden (A, B en C).

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar? Elk zinsdeel dat begint met aan of voor is een meewerkend voorwerp. Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Question ouverte

Ik geef een cadeau aan mijn vader.

Wat is 'een cadeau' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Quiz

De oude dame droeg haar mooiste juwelen alleen op feestdagen.

Wat is 'alleen op feestdagen' voor zinsdeel?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Quiz

Ik heb een hekel aan zinnen ontleden.

Wat is 'heb ontleden' voor zinsdeel?
A
werkwoordelijk gezegde
B
hulpwerkwoord
C
persoonsvorm
D
zelfstandig werkwoord

Slide 9 - Quiz

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Met behulp van een spiekbriefje wist ik de antwoorden.

Slide 10 - Question ouverte

Ontleed deze zin(zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):
Een vriend van mij heeft vorige maand een grote muurschildering gemaakt.

Slide 11 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Na een lange schooldag voetballen de leerlingen een uurtje.

Slide 12 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Ik geef hem die natuurlijk.

Slide 13 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Vouwen jullie het tafelkleed na het eten op?

Slide 14 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

De vriendinnen liepen gezellig met elkaar naar de auto.

Slide 15 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

We kregen drie weken geleden een bekeuring langs de snelweg.

Slide 16 - Question ouverte

Ontleed deze zin (zin in zinsdelen verdelen en alle zinsdelen benoemen):

Zijn aardige collega heeft elke pauze een bekertje koffie voor hem gehaald.

Slide 17 - Question ouverte

Huiswerkopdrachten maken
  • Maak opdracht 2 en 3 op pagina 123 van je boek.
  • Je krijgt de rest van de les de tijd.
  • Je mag zachtjes overleggen.
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen! 

Slide 18 - Diapositive

Grammatica 30: zinsdelen
Snap ik, gaat goed!
Mwah, heb nog wat oefening en/of uitleg nodig..
Waar ging deze les over!? Snap er niks van!

Slide 19 - Sondage

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les:
  • Huiswerk: maken opdr. 2 en 3 (p. 123) + leren p. 122 en 193-194, 196-197 (let op: geen naamwoordelijk gezegde en voorzetselvoorwerp)
  • Meenemen: LAPTOP, leesboek, schrift, pen en boek
  • Programma: grammatica 30: zinsdeelstukken

Slide 20 - Diapositive