De Werking van de Raspberry Pi en Programmering

De Werking van de Raspberry Pi en Programmering

Leerdoelen

Aan het einde van deze les weet je wat een Raspberry Pi is, ken je de belangrijkste onderdelen en heb je geleerd hoe je deze kunt programmeren.

Introduceer de leerdoelen van de les aan de studenten.

Wat weet je al over de Raspberry Pi en programmering?

Wat is een Raspberry Pi?

De Raspberry Pi is een kleine, goedkope computer die je kunt gebruiken voor verschillende projecten.

Leg uit wat een Raspberry Pi is en toon een afbeelding van het apparaat.

Belangrijkste onderdelen

De belangrijkste onderdelen van de Raspberry Pi zijn de CPU, RAM, USB-poorten, HDMI-poort en de microSD-kaart.

Laat zien waar elk onderdeel zich bevindt op de Raspberry Pi en leg uit waarvoor ze worden gebruikt.

Het besturingssysteem

De Raspberry Pi werkt op verschillende besturingssystemen, zoals Raspbian en Ubuntu Mate.

Leg uit wat een besturingssysteem is en laat zien hoe je het besturingssysteem van de Raspberry Pi kunt installeren.

Aansluiten van de Raspberry Pi

Om de Raspberry Pi te gebruiken, moet je deze aansluiten op een monitor, toetsenbord en muis.

Laat zien welke kabels je nodig hebt om de Raspberry Pi aan te sluiten op een monitor, toetsenbord en muis.

Programmeren van de Raspberry Pi

Je kunt de Raspberry Pi programmeren met verschillende programmeertalen, zoals Python en Scratch.

Leg uit wat programmeren is en toon voorbeelden van verschillende programmeertalen die je kunt gebruiken.

Python

Python is een populaire programmeertaal die vaak wordt gebruikt op de Raspberry Pi.

Toon enkele basiscommando's van Python en leg uit hoe je deze kunt gebruiken op de Raspberry Pi.

Scratch

Scratch is een programmeertaal speciaal ontworpen voor kinderen en beginners.

Toon enkele basiscommando's van Scratch en leg uit hoe je deze kunt gebruiken op de Raspberry Pi.

GPIO-pinnen

De GPIO-pinnen op de Raspberry Pi kunnen worden gebruikt om apparaten aan te sluiten, zoals LED's en sensoren.

Leg uit wat GPIO-pinnen zijn en toon enkele voorbeelden van apparaten die je kunt aansluiten.

Projectvoorbeelden

Met de Raspberry Pi kun je verschillende projecten maken, zoals een weerstation of een robot.

Toon enkele voorbeelden van projecten die je kunt maken met de Raspberry Pi en moedig de studenten aan om hun eigen projecten te bedenken.

Installatie van software

Om software te installeren op de Raspberry Pi, kun je gebruik maken van de Terminal of de GUI.

Leg uit wat de Terminal en GUI zijn en toon hoe je software kunt installeren met beide methoden.

Het gebruik van de Terminal

De Terminal is een krachtige tool waarmee je verschillende taken kunt uitvoeren op de Raspberry Pi.

Toon enkele basiscommando's van de Terminal en leg uit hoe je deze kunt gebruiken.

Het gebruik van de GUI

De GUI is een grafische interface waarmee je de Raspberry Pi kunt bedienen met muis en toetsenbord.

Toon hoe je de verschillende instellingen van de Raspberry Pi kunt wijzigen met behulp van de GUI.

Netwerkverbinding

Om de Raspberry Pi te verbinden met het internet, kun je gebruik maken van een ethernetkabel of wifi.

Leg uit hoe je de Raspberry Pi kunt verbinden met het internet en toon hoe je netwerkinstellingen kunt wijzigen.

SSH

SSH is een protocol waarmee je op afstand verbinding kunt maken met de Raspberry Pi.

Leg uit wat SSH is en toon hoe je verbinding kunt maken met de Raspberry Pi vanaf een andere computer.

Voorbeeldproject

Laten we een voorbeeldproject maken door een LED aan te sluiten op de GPIO-pinnen en deze aan en uit te zetten met behulp van Python.

Toon stap voor stap hoe je een LED kunt aansluiten op de GPIO-pinnen en hoe je deze kunt aansturen met Python.

Conclusie

Je hebt nu geleerd wat een Raspberry Pi is, wat de belangrijkste onderdelen zijn en hoe je deze kunt programmeren.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig de studenten aan om te experimenteren met de Raspberry Pi en hun eigen projecten te maken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.