Risicosignalering 4

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn een symptomen van een depressie
A
Verminderde eetlust en neerslachtigheid
B
Concentratieproblemen
C
Verlies van interesse en plezier
D
Alle bovenstaande symptomen

Slide 2 - Quiz

Depressie kan veroorzaakt worden door:
A
Erfelijke aanleg en hormonen
B
Ingrijpende gebeurtenis in het leven
C
Sommige ziektes en medicijnen
D
Alle bovenstaande

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Delier komt van het Latijnse woord delirium en betekend letterlijk...
A
Verwarring
B
Disbalans
C
Ontsporing
D
tijdelijke ontspoorde

Slide 7 - Quiz

Bij een klassiek geval van delier is de client:
A
's ochtends onrustig en 's avonds rustig
B
's avonds onrustig en 's ochtends rustig
C
continu onrustig
D
Altijd verward

Slide 8 - Quiz


  • Is een acute verwarheidstoestand van tijdelijke aard.
  • Het is altijd het gevolg van lichamelijke aandoening of het gebruik van geneesmiddelen.

Symptomen: 
  • Aandachtstoornis en wisselende bewustzijn
  • Onrust en angst.
  • Acute verandering in cognitie en/of waarneming (hallucinaties)
  • Acuut en fluctuerend; meer in avond en nacht

Slide 9 - Diapositive

Iemand met een delier
A
Is onrustig
B
is rustig
C
is apatisch
D
is zowel onrustig, rustig en apatisch

Slide 10 - Quiz

Haloperidol
A
een medicijn waarmee delier kan worden voorkomen
B
veroorzaakt een delier
C
Een rustgevend medicijn die de symptomen bestrijden
D
antibiotica

Slide 11 - Quiz


  • Leeftijd ≥ 70 jaar 
  • Cognitieve stoornissen (zoals bij dementie en CVA)
  • Visus en gehoorstoornissen.
  • Gebruik van alcohol
  • Gebruik van opiaten.

Slide 12 - Diapositive

  • Lichamelijke aandoening (bijv. uitdroging, infectie en operatie)
  • Effect van een geneesmiddel (bijv. intoxinatie) of juist bij plotseling stoppen.

Slide 13 - Diapositive

Met welk signaleringslijst observeer je een delier?
A
Bradenschaal
B
DOS
C
VAS
D
SNAQ

Slide 14 - Quiz

Een delier heeft
A
Altijd en lichamelijk oorzaak
B
een geestelijke oorzaak
C
Nooit een lichamelijke oorzaak
D
een sociale oorzaak

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive