Slimme doelen stellen met SMART

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Slimme doelen stellen met SMART

Leerdoelen bepalen

We beginnen met het bepalen van leerdoelen. Wat wil je leren en waarom?

Vraag de studenten om hun eigen leerdoelen op te schrijven en bespreek deze klassikaal.

Wat weet je al over SMART-doelen stellen?

Wat zijn SMART-doelen?

SMART-doelen zijn specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden.

Leg de betekenis van SMART uit en geef voorbeelden.

Specifiek

Een doel moet specifiek zijn. Wat wil je precies bereiken?

Geef de studenten opdracht om hun eigen leerdoelen specifieker te maken.

Meetbaar

Een doel moet meetbaar zijn. Hoe ga je meten of je je doel hebt bereikt?

Geef voorbeelden van meetbare doelen en bespreek deze met de studenten.

Acceptabel

Een doel moet acceptabel zijn. Is het doel haalbaar en relevant?

Laat de studenten hun eigen doelen beoordelen op haalbaarheid en relevantie.

Realistisch

Een doel moet realistisch zijn. Is het doel haalbaar binnen de gegeven tijd en met de beschikbare middelen?

Geef voorbeelden van realistische en niet-realisische doelen en bespreek deze met de studenten.

Tijdsgebonden

Een doel moet tijdsgebonden zijn. Wanneer wil je je doel bereiken?

Laat de studenten hun eigen doelen voorzien van een tijdslimiet.

Ik wil mensen helpen met wassen en aankleden

Binnen 2 maanden kan ik 2 cliënten ondersteunen bij wassen en aankleden

Ik wil mensen helpen met een tillift

Binnen 2 maanden kan ik een cliënt helpen met een passieve tillift    

Ik wil beter communiceren met cliënten bij mij op de afdeling

Binnen 2 maanden kan ik LSD toepassen tijdens een gesprek met een cliënt bij mij op de afdeling.  

Ik wil beter worden in plannen 

Binnen vier maanden kan ik mijn schoolopdrachten plannen en organiseren door dagelijks een to-dolijst te maken en heb ik minstens 80% van mijn schoolopdrachten volgens planning afgerond. 

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.