Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
Slide 1 - Diapositive
herhalen vorige les:
Hoe schrijf je
samenstellingen met tussen -s en tussen -n
Slide 2 - Diapositive
Schrijf de samenstellingen goed op. gek + werk
Slide 3 - Question ouverte
Schrijf de samenstellingen goed op. station + straat
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf de samenstellingen goed op. maan + schijn
Slide 5 - Question ouverte
Doel vandaag:
Wat is een aanwijzend voornaamwoord
Wat is een vragend voornaamwoord
Slide 6 - Diapositive
Instapopdracht
Slide 7 - Diapositive
Wat is het aanwijzend voornaamwoord? Heb jij vorige week die act gezien op het schoolplein?
A
jij
B
die
C
op
D
het
Slide 8 - Quiz
Wat is het aanwijzend voornaamwoord? Echt, dat had ik wel willen zien!
A
dat
B
ik
C
wel
D
zien
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Welk aanwijzend voornaamwoord is goed?
a Heb je die / dat nieuwe liedje al gehoord? b Mag ik deze / dit pen even van je lenen? c Ik vind die / dat cola een beetje oud. d Zullen we deze / dit weekend naar de wedstrijd gaan kijken? e Deze / dit zaterdag slaap ik lekker uit.
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het vragend voornaamwoord? Mag ik vragen wie mij vandaag tien keer gebeld heeft?
A
ik
B
wie
C
mij
D
tien
Slide 12 - Quiz
Wat is het vragend voornaamwoord? Wat werd je aangeboden
A
wat
B
werd
C
je
D
aangeboden
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Wat zijn de vragende voornaamwoorden in de zinnen. a Zeg eens, wat begrijp je niet in deze tekst? b Mag ik vragen wie dit op het bord heeft geschreven? c Boris, welke taal lijkt jou moeilijk om te leren? d Weet jij al wat voor studie je wilt doen na het vmbo? e Herinner je je nog welk boek je las in de zomervakantie?
Slide 15 - Question ouverte
Maak opdracht:
3, 4, 6, 7, 8, 9 van §4.7
Gebruik de leertekst bij lesstof:
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
* Maken opdrachten
*Nakijken
*nabespreken doel van de les
timer
15:00
Slide 16 - Diapositive
Nabespreken
Slide 17 - Diapositive
Maak een zin met een aanwijzend voornaamwoord erin.