Hoofdstuk 5 samenvatting

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5 samenvatting

productiefactoren Bakker

Natuur 

grondstoffen en energie voor productie

Arbeid
noodzakelijke arbeid voor de productie

Kapitaal
huisvesting, machines, transportmiddelen

Toegevoegde waarde = €0,55

Toegevoegde waarde = €0,20

Toegevoegde waarde = €0,25

Toegevoegde waarde = €0,65

Toegevoegde waarde

Toegevoegde waarde

Mechanisatie en automatisering

.

• Mechanisatie = machines nemen de spierkracht van mensen over
• Automatisering = machines nemen het denkwerk van mensen over

Mechanisering = machines nemen het zware werk van mensen over. 

Automatisering = Computers en computerprogramma's sturen de productie aan.

Technologische ontwikkelingen

Door nieuwe technologische ontwikkelingen wordt produceren steeds makkelijker 

Dankzij technologische ontwikkelingen 

kan er meer en beter geproduceerd worden

Rekensom

Winkelier Huisman heeft van een artikel de volgende gegevens verzameld. De inkoopprijs is € 65,50. De brutowinst is 75%. De btw is 21%. Bereken de verkoopprijs en consumentenprijs.

1. € 65,50 : 100 x 75 = € 49,13 

€ 49,13 + € 65,50 = € 114,63

2. € 114,63 x 1,21 = € 138,70

Consumentenprijs

Verkoopprijs + BTW= consumentenprijs

Voorbeeld:

Verkoopprijs = € 11,40

BTW= 21%

Dus: Consumentenprijs is € 11,40 x 1,21 = € 13,79

Rekensom

Prijs inclusief btw is € 29,95 (btw 21%)

Hoeveel is de btw?

1. € 29,95 : 121 *21 = € 5,20

De consumentenprijs is € 25,86. BTW is 21% BTW. Wat is het BTW bedrag?

1. € 4,49
2. € 5,43
3. € 4,75

Een bloemenstal verkoopt rozen voor € 5,60 per stuk. De afzet is 125 rozen.

Bereken de omzet.

afzet x verkoopprijs = omzet

125 x € 5,60 = € 700

Consumentenprijs

Verkoopprijs + btw = consumentenprijs

9% btw

21% btw

Wat kost dat?

Nettowinst

Een bedrijf heeft ook kosten voor machines, gebouwen en arbeid: Bedrijfskosten

Als je de bedrijfskosten van de brutowinst afhaalt, houd je de nettowinst over
              brutowinst - bedrijfskosten = nettowinst

Rekensom

Nettoresultaat: nettowinst / nettoverlies

VOORBEELD:

De omzet van de bloemist Flora is € 1.850. De totale inkoopwaarde van de bloemen zijn € 950. De bloemist heeft € 500 aan bedrijfskosten. Wat is het nettoresultaat (nettowinst of nettoverlies)?

€1850 - 950 - 500 = €400 --> Nettowinst

Omzet:

• je hebt 14 muffins verkocht
• ze kosten € 1,20 per stuk
• wat is je omzet?
• 14 x 1,20 = € 16,80

omzet =  afzet  x  verkoopprijs

Productiecapaciteit

De productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid

die een bedrijf kan produceren.

De productiecapaciteit wordt groter:

• als meer mensen in het bedrijf werken
  
• als het personeel meer uren gaat werken
  
• als er meer machines (of andere kapitaalgoederen) gebruikt kunnen worden.
  

Arbeidsproductiviteit

Arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijd.

Bedrijven willen het liefst een zo hoog mogelijke arbeidsproductiviteit.

Waarom is een hogere arbeidsproductiviteit voordelig?

Arbeidsproductiviteit berekenen

De arbeidsproductiviteit bereken je altijd per persoon.

De periode kan zijn: per jaar, per maand, per week of per uur.

Je berekent de arbeidsproductiviteit zo:

               Bedrijfskosten vs. maatschappelijke kosten

Bedrijfskosten = Kosten van bijvoorbeeld brandstof, huur, onderhoud en loon van het personeel.

Maatschappelijke kosten = De kosten van luchtvervuiling, geluidsoverlast en files op de wegen.

Arbeidsproductiviteit verhogen

• Scholing
• Betere arbeidsverdeling / specialisatie
• Mechanisering / automatisering