Oefenen voor toets

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden

Rennen

Ruilen

Schrijven

zingen

doen

managen

lopen

sterk werkwoord

zwak werkwoord

sterke werkwoorden

zwakke werkwoorden

ontbijten

fietsen

zwemmen

schrikken

bidden

fietsen

worden

zijn

hebben

schrijven

lachen

dansen

sterk werkwoord

zwak werkwoord

00:13

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...

1. ... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
2. ... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
3. ... vertelt wat iemand ergens van vindt.
4. ... vertelt wat waar of niet waar is.

00:18

Hoe noteer je het
onderwerp van een tekst?

00:47

Luchtvervuiling

Watervervuiling

Bodemvervuiling

Vervuiling

Wat is het onderwerp van de tekst?

00:56

Je kunt de inhoud van een tekst in één zin samenvatten. Hoe noemen we dat?

Onderwerp

Conclusie

Hoofdgedachte

Deelonderwerp

00:59

Waar vind je meestal de hoofdgedachte van een tekst?

01:18

Kinderen van asielzoekers verdwijnen soms plotseling van school, omdat zij met hun ouders het land moeten verlaten. Onderwijsorganisaties zijn hiertegen een protestactie begonnen. De actie is ontstaan op een school waar kinderen midden in het schooljaar niet meer in de klas verschenen, vertelt organisator w.l , voorzitter van een groot schoolbestuur, 'dat is allereerst voor de betrokkenen heel erg, maar ook voor de leraren en voor de medeleerlingen is het buitengewoon emotioneel.'

01:33

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Kinderen van asielzoekers

Verdwenen asielzoekers

Onderwijs-organisaties zijn actie begonnen

Leerlingen verschijnen niet meer

01:43

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Letterlijk

Figuurlijk

Hij heeft een hart van goud.

Ze zijn een gouden duo.

Ik vond een gouden ring.

Morgenstond heeft goud in de mond.

De waarde van goud is hoog.

Dit is echt goud waard.

Letterlijk

Figuurlijk

Een hart onder de riem steken.

Hij brak mijn hart.

Hij heeft een hartoperatie gehad.

Het gaat me aan het hart.

Mijn hond eet graag hart.

Hij sneed het hart uit het dier.

Het hart op de tong hebben.

Letterlijk

Figuurlijk

Daarmee is het afgelopen.

niet mee mogen doen

Daarmee is de kous af.

Ben je verliefd?

Heb je vlinders in je buik?

iemand buitensluiten

Werkwoordspelling

1. De oude man verstuurt de brief.
2. De oude man verstuurd de brief.

werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

Het werkwoordelijk gezegde...

1. is alleen de pv
2. zijn alle werkwoorden in de zin
3. is een zelfstandig naamwoord
4. is nooit de pv

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:

'Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen'.

1. ik
2. kan
3. benoemen
4. kan benoemen

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Electra

had

haar toets

goed

gemaakt.

Wat is de persoonsvorm in de zin?

persoonsvorm

Piet

drinkt

een blikje cola

in de pauze

Wat is de persoonsvorm?

De persoonsvorm

Janneke

heeft

haar werk

goed

gedaan

Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.

1. Marina
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

Zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden

Rennen

Ruilen

Schrijven

zingen

doen

managen

lopen

sterk werkwoord

zwak werkwoord

Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?

Ik heb al die oude contacten ....

1. gedelete
2. gedeleted
3. gedeletet

Engelse werkwoorden

Wat is de juiste spelling?
Op Tinder heb ik al heel wat ...

1. geswipt
2. geswipet
3. geswiped

Engelse werkwoorden

Wat is de juiste spelling?
Gisteren ..... Guus met een leuke dame.

1. dated
2. datte
3. datete

Ben je klaar voor de toets?

😒🙁😐🙂😃