Taal thema 4 les 5
1 / 13
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke woorden
gebruik jij in de app?
gebruik jij in de app?
Slide 2 - Carte mentale
Welke woorden staan in straattaal?
Mijn amigo imiteert Michael
Jackson meesterlijk.
Mijn amigo imiteert Michael
Jackson meesterlijk.
Slide 3 - Question ouverte
Welke woorden staan in straattaal?
Je gaat toch niet ontkennen dat je nada doekoes hebt?
Je gaat toch niet ontkennen dat je nada doekoes hebt?
Slide 4 - Question ouverte
Welke woorden staan in straattaal?
Dat mokkeltje is echt arrogant!
Dat mokkeltje is echt arrogant!
Slide 5 - Question ouverte
Welke woorden staan in straattaal?
Ik mag zelfstandig naar huis vanmiddag, vet heftig man!
Ik mag zelfstandig naar huis vanmiddag, vet heftig man!
Slide 6 - Question ouverte
Welke woorden staan in straattaal?
Hé homeboy, wat heb jij een goed imago!
Hé homeboy, wat heb jij een goed imago!
Slide 7 - Question ouverte
Groepstaal
Henrieke maakte een prachtige pirouette in de balletzaal.
Henrieke maakte een prachtige pirouette in de balletzaal.
A
voetbalteam
B
dansschool
C
hobbyclub
D
geen
Slide 8 - Quiz
Groepstaal
Vandaag gaan we oefenen met de ingooi vanaf de zijlijn.
Vandaag gaan we oefenen met de ingooi vanaf de zijlijn.
A
voetbalteam
B
dansschool
C
hobbyclub
D
geen
Slide 9 - Quiz
Groepstaal
Bij het figuurzagen gebruik je een buigzaam en klein zaagje.
Bij het figuurzagen gebruik je een buigzaam en klein zaagje.
A
voetbalteam
B
dansschool
C
hobbyclub
D
geen
Slide 10 - Quiz
De brug staat open, ik kom te laat!
Welke afkortingen gebruik je
in de app?
Welke afkortingen gebruik je
in de app?
Slide 11 - Question ouverte
Zullen we vanmiddag afspreken?
Welke afkortingen gebruik je
in de app?
Welke afkortingen gebruik je
in de app?
Slide 12 - Question ouverte
Wacht even, ik moet mijn tas nog pakken. Welke afkortingen gebruik je in de app?
