1.2 Op zoek naar Indië

1.2 Op zoek naar Indië 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.2 Op zoek naar Indië 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Waarom zochten de Europeanen nieuwe handelsroutes over zee?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie al over de ontdekkingsreizen en de zoektocht naar specerijen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Peperdure handel
  1. -De specerijenhandel was een belangrijk onderdeel van de ontdekkingsreizen. 
  2. -Specerijen waren kostbaar omdat ze een belangrijke rol speelden in het conserveren van voedsel en het verbeteren van de smaak. 
  3. -Daarnaast waren ze een statussymbool

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees: Peperdure handel.

Voorbeelden van specerijen zijn peper en nootmuskaat. Waarvoor gebruikt men deze specerijen?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Karavanen uit het oosten
  1. -Karavanen uit het oosten speelden een grote rol in de handel van specerijen. Ze brachten specerijen vanuit Azië naar Europa via de zijderoute.
  2. -Tussenhandelaren verkopen de specerijen aan elkaar door. Hierdoor gaat de prijs omhoog
  3. -Europeanen hadden geen directe handel met Oost-Azië, hierdoor profiteren zij er zelf niet van 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond de middellandse zee
  1. -Het Osmaanse rijk was een machtig rijk dat ontstond in de 14e eeuw. 
  2. -Grote invloed op de handel in specerijen, omdat het de controle had over belangrijke handelsroutes.
  3. -Door oorlogen tussen Europa en het Osmaanse rijk en hoge prijzen willen Europeanen nu eigen routes zoeken voor de handel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marco Polo
  1. -Marco Polo was een Italiaanse ontdekkingsreiziger die in de 13e eeuw naar Azië reisde. 
  2. -Hij schreef een boek over zijn avonturen, waardoor Europa meer te weten kwam over Azië.
  3. -In zijn tijd geloofde veel mensen zijn verhalen niet

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Op zoek naar Indië 
-Europese landen waren op zoek naar een nieuwe route naar Indië om de specerijenhandel te stimuleren. 

-Nieuwe technologieën: De kraak (schip), astrolabium en kompas maken lange zeereizen mogelijk

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom waren specerijen een statussymbool?
A
Ze werden alleen door koningen en koninginnen gebruikt.
B
Ze waren een teken van rijkdom en macht.
C
Ze waren kostbaar en niet voor iedereen toegankelijk.
D
Ze waren zeldzaam en moeilijk te vinden.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke rol speelden specerijen in voedsel?
A
Ze zorgden voor een lange houdbaarheid van voedsel.
B
Ze gaven voedsel een betere smaak.
C
Ze hielpen voedsel te conserveren.
D
Ze zorgden voor voeding voor de bevolking.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie profiteert minder van de handel met Oost-Azië?
A
Karavanen
B
Tussenhandelaren
C
Europeanen
D
Aziaten

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereikten de karavanen uit het oosten Europa?
A
Te voet
B
Via de zijderoute
C
Met vliegtuigen
D
Over zee

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welk land kwam Marco Polo?
A
Nederland
B
Italië
C
Spanje
D
Frankrijk

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Naar welk continent reisde Marco Polo?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Azië

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer reisde Marco Polo naar Azië?
A
13e eeuw
B
14e eeuw
C
15e eeuw
D
12e eeuw

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ontstond het Osmaanse rijk?
A
Het Osmaanse rijk ontstond in de 16e eeuw.
B
Het Osmaanse rijk ontstond in de 14e eeuw.
C
Het Osmaanse rijk ontstond in de 12e eeuw.
D
Het Osmaanse rijk ontstond in de 18e eeuw.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat leidde er toe dat Europeanen eigen handelsroutes zochten voor de handel?
A
Vrede tussen Europa en het Osmaanse rijk.
B
Oorlogen tussen Europa en het Osmaanse rijk en hoge prijzen.
C
Goedkope prijzen voor specerijen.
D
Geen interesse in handel door Europeanen.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was de invloed van het Osmaanse rijk op de handel in specerijen?
A
Het Osmaanse rijk handelde niet in specerijen.
B
Het Osmaanse rijk had geen invloed op de handel.
C
Het Osmaanse rijk had controle over belangrijke handelsroutes.
D
Het Osmaanse rijk beperkte de handel in specerijen.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is de 14e eeuw eigenlijk?
A
1400 tot 1499
B
1301 tot 1400
C
1300 tot 1400
D
1400 tot 1500

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in je eigen woorden uit waarom Europeanen eigen handelsroutes zochten.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk plan bedacht men in Europa om goedkoper aan de specerijen te komen? En welke twee problemen kwamen ze hierbij tegen?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de vorige vraag heb je twee problemen benoemd. Welke oplossing laat bron 8 zien?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hielp zeelieden om de juiste richting te bepalen tijdens lange zeereizen?
A
Kompas
B
Klok
C
Kaart
D
Kano

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 31 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions