Spelling hoofdletters, aanhalingstekens, apostrof

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Spelling 

Jaar 1 Sportmarketing

Vandaag

Hoofdletters

Aanhalingstekens

Apostrof en accenttekens

HOOFDLETTERS

Hoofdletters

in een zin

Een zin begint met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:

Ik kom naar je toe.

Hoofdletters: Regel 2: namen van personen

Wanneer er voor het tussenvoegsel geen voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel wel een hoofdletter.

• meneer De Vries

Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.

• mevrouw Van de Ven - de Vries 

Hoofdletters: Regel 3: organisaties, merken, producten

Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.

• Apple
• Verenigde Naties

Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.

• iPhone

Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken

Bij een windstreek gebruik je geen hoofdletter.

• Er komt vandaag een noordelijke wind.

Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je wel een hoofdletter.

• Noordelijke IJszee

Hoofdletters: Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken

Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.

• Koude Oorlog
• Vaderdag

Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je geen hoofdletter:

• vaderdagontbijt

Met of zonder hoofdletter?

1. Pinksteren
2. pinksteren

Hoofdletter of een hoofdletter?

1. Ameland
2. ameland

Hoofdletter of een hoofdletter?

1. Kerstmis
2. kerstmis

Hoofdletter of een hoofdletter?

1. Kerstcadeau
2. kerstcadeau

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?

1. dhr. van Leeuwen
2. Stef van Leeuwen
3. stef van Leeuwen
4. Stef Van leeuwen

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?

Aanhalingsteken (')

Een aanhalingsteken wordt gebruikt bij een citaat, om een woord op te laten vallen of als je sarcastisch of cynisch bent.

- Maher vroeg: 'Heb je al gekookt?'

- Een hond met korte poten wordt een 'corgi' genoemd. 

- Jij hebt echt een 'leuke' broek aan.

Directe en indirecte rede

1. Directe rede: je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt. Dit noem je ook wel een citaat. Je gebruikt aanhalingstekens.

Jasmijn zei: 'Ik ga vanmiddag mijn wiskunde leren.'

2. Indirecte rede: je omschrijft wat iemand zegt en werkt niet met aanhalingstekens.

Jasmijn zei dat ze vanmiddag haar wiskunde gaat leren. 

Staan de aanhalingstekens goed?

'Dat vind ik stom', zei Marie.

1. goed
2. fout

Aanhalingstekens, of niet?
Joep zei dat hij moe was

1. Geen aanhalingstekens
2. Wel aanhalingstekens

De indirecte rede schrijf je met aanhalingstekens.

1. waar
2. niet waar

Apostrof '

Je gebruikt een apostrof bij afkortingen:

slb'er, boa's 

Tekens bij woorden

• Apostrof '
• Tremä
• Accènt
• Weglatings- 

De hoofdstad van Noord-Brabant is
s Hertogenbosch

1. goed
2. met apostrof
3. met streepje
4. met apostrof en streepje

drieendertig

1. trema
2. apostrof
3. liggend streepje
4. niets

Apostrof of niet?

1. Karins handtas
2. Karin's handtas
3. Karins' handtas
4. Karins's handtas

Wanneer mag je dubbele aanhalingstekens gebruiken?

1. Als je de woorden die iemand gezegd heeft letterlijk wilt citeren.
2. Als je de nadruk wilt leggen op één bepaald woord.
3. Als je het tegenovergestelde bedoelt van wat je opschrijft.
4. Als je een woord extra wilt laten opvallen.

Aan de slag

Hoofdletters

Aanhalingstekens

Apostrof en accenttekens