Herhalingsles 1 (Eén na laatste les voor de toets)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhalingsles 1

Vandaag gaan we herhalen, herhalen en herhalen voor de toets. 

Vandaag op het programma: Temperatuurfactoren, weer en klimaat en seizoenen

Waar kijken we naar bij het 'weer'?

Wat wordt dus niet gevraagd bij het weer?

1. Temperatuur
2. Wind
3. Neerslag
4. Luchtvochtigheid

Omschrijf het begrip 'klimaat'

Seizoenen

Teken in je schrift de volgende situatie:

Zomer op het noordelijk halfrond

Teken de zon en de stand van de aarde. Vergeet niet de evenaar te tekenen. 

Temperatuurfactoren

Breedteligging

Hoogteligging

Ligging ten opzichte van de zee

Ligging gebergten

Aanvoer koude of warme lucht ergens anders vandaan

Hoe verder van de evenaar, hoe kouder

Hoe hoger, hoe kouder

Wind of zeestromen

Wel of geen beschutte ligging

Hoe verder van zee, hoe warmer in de zomer en hoe kouder in de winter

Breedteligging

• Hiernaast zie je breedtecirkels, die liggen in de breedte van de aarde. 
• Hoe verder je van de evenaar af komt, hoe kouder.  

Leg uit waarom het ver van de evenaar kouder is dan op de evenaar. Gebruik de afbeelding.

Temperatuurzones = luchtstreken

Tropen

Poolstreken

Gematigde zone

Subtropische zone

Leg uit hoe hoogteligging de temperatuur beïnvloedt.

Boven zee:

Boven land

Koelt het snel af

Koelt het langzaam af

Warmt het snel op

Warmt het langzaam op

Lucht kan heel warm of heel koud worden

Neem de zin over en maak hem kloppend. Eén van de twee kun je wegstrepen.
Hoe verder weg van / dichterbij zee, hoe kouder in de winter en hoe warmer in de zomer.

Waar is het warmer, aan de linkerkant of aan de rechterkant van het Andesgebergte? Leg uit.

Vervoeren warm zeewater

Vervoeren koud zeewater

Koude zeestromen

Warme zeestromen

Leg uit. Hoe heeft een zeestroom invloed op temperatuur?

Dit was herhalingsles 1

Volgende les behandelen we neerslagfactoren, een klimaatdiagram en het Klimaatsysteem van Köppen.