Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 180 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar loop je, in het gezin, tegenaan wat betreft de communicatie?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wat is geen non-verbale communicatie?
A
Verkeersborden
B
Lichaamstaal
C
Gebarentaal
D
Praten met handen en voeten
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Vidéo
Wat heb jij gezien aan verbale communicatie?
Slide 14 - Question ouverte
Wat heb jij gezien aan non-verbale communicatie?
Slide 15 - Carte mentale
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
‘Echt luisteren’ is het allerbelangrijkste in de zorg. Er is echter niets moeilijker dan dat. Er is altijd ruis. De meeste ruis zit in jezelf. Daarom zeggen we: ‘Laat OMA thuis’ en ‘Smeer Nivea’. Oma staat voor ‘Oordelen, Meningen en Aannames. Waar staat NIVEA voor?
A
Niet invoelen voor een ander
B
Niet invullen voor een ander
C
Niet interesseren voor een ander
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Echt luisteren is wat anders dan ‘aanhoren’. Echt luisteren helpt je te achterhalen wat voor de ander belangrijk is. Echt luisteren doe je met je oren maar ook met al je andere zintuigen. Ook hier is een ‘ezelsbruggetje’ voor: Geef LSD, of gebruik LSD. Wat bedoelen we daarmee?
A
Geestverruimend pilletje of drankje nemen, dan praat je makkelijker
B
Lekker samen met dierbaren
C
Luisteren samenvatten en doorvragen
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen) helpt je in een doelgericht gesprek bij nog meer zaken. Welke is hierbij het belangrijkste?
A
Het helpt je om verslag te doen van een gesprek
B
Het helpt je de regie te houden over het gesprek
C
Het helpt je de ander te beseffen met wie hij of zij spreekt
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Diapositive
In je werk in de zorg zal je altijd momenten hebben dat je ‘weerstand’ tegen komt. Wat kun je het beste doen als je bij iemand weerstand voelt?
A
Overtuigen en veel goede argumenten geven
B
Afdwingen
C
Aangeven wat de consequenties zijn als de ander iets niet doet
D
Informeren en ondersteunen
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Je ziet hoe een collega zich niet houdt aan de afspraken die jullie samen gemaakt hebben in het team. Dan spreek je elkaar natuurlijk aan, oftewel dan geef je feedback. Wat moet je in dit geval doen bij het geven van goede feedback?
A
In je feedback alle keren van de afgelopen maanden benoemen waar iemand zich niet aan de afspraken hield
B
In je feedback informatie erbij halen die je van anderen hebt gehoord en bij hen hebt verzameld
C
Feedback uitstellen en het in een teamvergadering inbrengen
D
Zodra je alleen bent met de ander feedback geven: ‘Ik zie dat je je niet aan de gemaakte afspraken houdt. Dat vind ik heel vervelend. Wil je dat asjeblieft voortaan wel doen?
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Tekst
Wat is het leukste/mooiste compliment dat jij in je werk hebt gekregen?
Slide 43 - Carte mentale
Heb je nog vragen of opmerkingen?
Slide 44 - Question ouverte
Einde cursusavond
Bedankt voor de aandacht en het actief meedoen met deze cursusavond.