In zicht onregelmatige werkwoorden 75 - 105
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
schijnen (imperfectum)
Slide 2 - Question ouverte
slapen (imperfectum)
Slide 3 - Question ouverte
slaan (imperfectum)
Slide 4 - Question ouverte
sluiten (imperfectum)
Slide 5 - Question ouverte
snijden (imperfectum)
Slide 6 - Question ouverte
staan (imperfectum)
Slide 7 - Question ouverte
stinken (imperfectum)
Slide 8 - Question ouverte
oversteken (imperfectum)
Slide 9 - Question ouverte
vallen (imperfectum)
Slide 10 - Question ouverte
spijten (imperfectum)
Slide 11 - Question ouverte
schrikken (plusquamperfectum)
Slide 12 - Question ouverte
spreken
Maak zelf een zin met plusquamperfectum.
Gebruik een hoofdzin + een bijzin met een voegwoord.
Maak zelf een zin met plusquamperfectum.
Gebruik een hoofdzin + een bijzin met een voegwoord.
Slide 13 - Question ouverte
scheren
Maak zelf een zin met plusquamperfectum.
Gebruik een hoofdzin + een bijzin met een voegwoord.
Maak zelf een zin met plusquamperfectum.
Gebruik een hoofdzin + een bijzin met een voegwoord.
Slide 14 - Question ouverte
sterven
Maak zelf een zin met plusquamperfectum.
Gebruik een hoofdzin + een bijzin met een voegwoord.
Maak zelf een zin met plusquamperfectum.
Gebruik een hoofdzin + een bijzin met een voegwoord.
