H6 paragraaf 2: Bronnen: Ons klimaat verandert

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H6 paragraaf 2: 

Bronnen: Ons klimaat verandert

Leerdoelen par. 2

• Je kent de begrippen van deze paragraaf (ook uit het basisboek)
• Je kan de verschillende bronnen uitleggen
• Welke veranderingen zijn er in het klimaat van Nederland (temperatuur en neerslag)?
• Wat zijn mogelijke veranderingen in het toekomstige klimaat van Nederland (KNMI-scenario's)?

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

waterbalans

Waterbalans

Waterbalans

Maken

Maak van par. 2: vraag 1

Nakijken

Vraag 1: Klimaat

KNMI

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

• Meteorologie = weerkunde / de studie van het weer
• Weer = het weer is de gesteldheid/conditie van de atmosfeer op een bepaald moment.

Klimaatscenario's KNMI

Maken

Maak van par. 2: vraag 6

Vraag 6:

Nakijken

Vraag 6:

b 1 door smeltend landijs (geen zee-ijs)

 2 opgewarmd water zet uit

c G/G+ ongeveer 30 tot 70 cm

 W/W+ ongeveer 50 tot 100 cm

Welke veranderingen zijn er in het klimaat van Nederland?

Wat zijn mogelijke veranderingen in het toekomstige klimaat in Nederland?

Maken

Maken van par. 2: vraag 2-3-4

Nakijken

Vraag 2:

Die wordt veroorzaakt door het versterkte broeikaseffect, dus door mensen.

Nakijken

Vraag 2:

c het verband tussen de toenemende hoeveelheid CO2 in de lucht en de stijgende temperatuur

d het smelten van de ijskap in het noordpoolgebied

Nakijken

Vraag 3:

a 1 In De Bilt is het KNMI gevestigd.

 2 De Bilt is een gemiddelde plek / ligt centraal in Nederland.

c De gemiddelde jaartemperatuur in De Bilt is toegenomen van ongeveer 8,8 °C in 1900 tot 10,9 °C in 2018.

Nakijken

Vraag 4:

a Belangrijkste veranderingen gevraagd:

 1) Het is warmer (meer zomerse dagen, tropische dagen en hittegolven).

 2) Er zijn minder vorst- en ijsdagen.

 3) Er is meer en hevigere neerslag.

 4) De zomers zijn droger.

b zomer: toenemend aantal warme dagen

winter: afnemend aantal vorstdagen

Vraag 4:

Hitte

• Hittestress tijdens warme dagen in steden (gevolg = hogere sterfte- en ziektecijfers, minder productiviteit, meer agressie) 

 Effect van een stedelijk warmte-eiland wordt versterkt door verstening van de stad. 

Maken

Maken van par. 2: vraag 5

Nakijken

Vraag 5:

a ongeveer 2,2 °C

b In de steden is het al warm door het stedelijke warmte-eiland. Door de klimaatverandering wordt het daar nóg warmer.

c Eigen antwoord leerling, bijvoorbeeld:

 1) meer groen (verkoeling, schaduwplekken), bijvoorbeeld bomen in de straten, plantenbakken of speelveldjes

 2) meer water (koeler), bijvoorbeeld waterplassen en kinderbadjes

 3) minder dichte bebouwing, bredere straten (met bomen)

Groepsopdracht (opdr.7 digitaal)

Onderzoek in groepjes (4) het klimaat in jullie eigen omgeving: en vergelijk dit met rest van Nederland. Kijk naar de:

Meer of minder vorstdagen en ijsdagen

Meer of minder zomerse dagen en tropische dagen

Hoeveel uren zon?

Hoeveel regent het (in mm)?

Waait het harder of juist niet?

Maak hiervan een posterpresentatie op één IPad

https: