HV3 H5 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Welkom

Lijdende en bedrijvende vorm 

Spelling 

Betekenisverschil?

1. De man slaat zijn hond.

2. De hond wordt door de man geslagen.

Wat is het onderwerp?

1. De man slaat zijn hond.

2. De hond wordt door de man geslagen.

Wie doet het slaan?

1. De man slaat zijn hond.

2. De hond wordt door de man geslagen.

Actief en passief

1. De man slaat zijn hond.

(actief, onderwerp is degene die handelt) = bedrijvende vorm

2. De hond wordt door zijn man geslagen.

(passief, onderwerp ondergaat) = lijdende vorm

Bedrijvende vorm --> lijdende vorm

Drie dingen veranderen

1. Het lijdend voorwerp wordt het onderwerp (het oude handschrift)

2. Het onderwerp wordt een door-bepaling (Door het museum)

3. Het werkwoordelijk gezegde wordt uitgebreid met zijn/worden (

Hoe dan? --> check pagina 164

Hoe pas je de regels nou toe?

Volgens deze test worden jongeren de laatste jaren steeds grotere zeurpieten.

1. Bedrijvend
2. Lijdend

Bedrijvend en lijdend

Ik word een zeurpiet (door iemand?)

Ik word geslagen (door iemand). 

In de zuidelijke provincies zijn de laatste jaren heel wat xtc-laboratoria ontdekt.

1. Bedrijvend
2. Lijdend

Voor de gezelligheid blijken mobieltjes in de meeste gevallen funest te zijn.

1. Bedrijvend
2. Lijdend

Als crimineel kun je niemand in je omgeving echt vertrouwen.

1. Bedrijvend
2. Lijdend

Op dit strand is laatst een fles gevonden met een brief erin van 132 jaar oud.

1. Bedrijvend
2. Lijdend

https:

Lijdend of bedrijvend?

Voorkeur voor bedrijvende vorm.

Soms liever een lijdende vorm:

Het is onbekend wie de handeling uitvoert.

Het is onbelangrijk wie de handeling uitvoert.

Het is overduidelijk wie de handeling uitvoert.

Als je een handeling wilt centraalstellen, in plaats van een persoon.

Als je onduidelijkheid kunt vermijden

Wie betrapt wie?

De medewerker die de manager betrapte. 

De beveiliger die de feestganger in elkaar sloeg. 

De docent die de leerling aardig vond. 

Oefenen met lijdende en bedrijvende vorm

Zet de volgende zinnen in de lijdende vorm 

1. Mijn opa en oma hadden een vakantie geboekt op een tropisch eiland.

2.  Anisha en Chloë hebben ons overtuigd van hun gelijk.

3. Zou Timo die informatie bewust achterhouden?

Oefenen met lijdende en bedrijvende vorm

Zet de volgende zinnen in de bedrijvende vorm 

1. Gelukkig was de ruzie al snel door de lerares gesust.

2.  Het rooster van de proefwerkweek is gisteren door de mentor uitgedeeld.

3. Volgens de assistente zal het recept door de arts worden doorgegeven aan de apotheek.

nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl

Nu maken

Hoofdstuk 5 

Spelling: opdracht 1,2,3.