6.2 Voedsel voor veel mensen

6.2 voedsel voor veel mensen 
Blz 170 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

6.2 voedsel voor veel mensen 
Blz 170 

Slide 1 - Diapositive

De vorige les 
Hoe produceren boeren veel voedsel?

Ze produceren met zo weinig mogelijk kosten, zo veel mogelijk voedsel 

Slide 2 - Diapositive

Geef minimaal twee voorbeelden over hoe boeren veel voedsel produceren.

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Hoe produceren boeren veel voedsel?
Sommige boeren verbouwen 1 soort voedingsgewas 
Monocultuur

Makkelijk te zaaien, te onderhouden, oogsten en er zijn minder machines nodig 

Slide 5 - Diapositive

Hoe produceren boeren veel voedsel?
Monocultuur & intensieve vee-houderij (bio-industrie)

Dieren van de zelfde soort worden in een stal bij elkaar gehouden 

Slide 6 - Diapositive

Waarvoor zit er extra eiwit in krachtvoer?

Slide 7 - Question ouverte

Leerdoel 
Aan het einde van de les weet je wat voor gevolgen vermesting en waterbloei

Slide 8 - Diapositive

Waarom zijn er zo veel regels voor boeren?
Boeren voeren allerlei werkzaamheden uit 
Werkzaamheden hebben gevolgen voor de omgeving 

Strenge regels & wetten 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Mestproductie & bemesting 
Soms ontstaat er bij veeteeltbedrijven meer mest dan de boer nodig heeft (mestoverschot)

Als er te veel mest over het land verspreid = overbemesting 
Milieuproblemen 

Slide 11 - Diapositive

Mestproductie & bemesting 
Te veel aan mineralen zakt naar de beneden en komt in grondwater terecht 

Uiteindelijk komt het terecht in meren, sloten en rivieren 
Waterbloei 

Waterplantjes gaan sneller groeien (sloten kunnen dicht groeien)
Waterplantjes sterven af, voedsel voor bacteriën (er ontstaan meer bacteriën, negatief effect op de waterdieren)

Slide 12 - Diapositive

Geef het proces aan waardoor waterbloei ontstaat!

Slide 13 - Question ouverte

Mestproductie & bemesting 
Dierlijke mest bevat ook ammoniak (verzuring van de bodem) 

Giftige stoffen in de bodem kunnen vrijkomen (lood & aluminium) 
beschadigt wortelharen van planten (ziek) 

Verzuring is te voorkomen door mestinjectie te gebruiken 
Machine spuit mest in de grond i.p.v. mest verspreiden 

Slide 14 - Diapositive

Hoe noem je het stinkende gas in mest, dat verzuring veroorzaakt?

Slide 15 - Question ouverte

Regels voor gewasbeschermingsmiddelen
Middelen moeten selectief zijn (doden plaag organismen)
Biologisch afbreekbaar (schimmels en bacteriën) 

Gif blijft niet langer in de bodem 

Slide 16 - Diapositive

Waarom is het belangrijk dat gewasbeschermingsmiddelen afgebroken kunnen worden door bacteriën en schimmels?

Slide 17 - Question ouverte

Aan het werk 
Maken 12 t/m 21 op blz 132 
Opdracht 13 hoef je niet te maken

Klaar? werk van gisteren nakijken (Teams)
Als extra opdracht probeer je opdracht 22 te maken 

Arda - Anissa - Daphne (samenvatting)

Slide 18 - Diapositive

Vragen beantwoorden
Snappen we paragraaf 6.2?

Slide 19 - Diapositive

Boeren mogen de mest niet over het land verspreiden, maar moeten het met een machine in de grond spuiten. Hoe wordt dit genoemd?

Slide 20 - Question ouverte

Waarom is het belangrijk dat gewasbeschermingsmiddelen selectief zijn voor schimmels?

Slide 21 - Question ouverte

Wat voor gevolg heeft verzuring?

Slide 22 - Question ouverte

Waarom zijn er regels voor boeren?

Slide 23 - Question ouverte

Welke gevolgen hebben vermesting en waterbloei ?

Slide 24 - Question ouverte