Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 4
4.1 versnellen en vertragen
Slide 1 - Diapositive
Een auto die optrekt
We gaan kijken wat er gebeurt
met de snelheid van een auto
die optrekt bij een stoplicht.
Dit zou er zo uit kunnen zien:
t (s)
v (m/s)
0
0
1
3
2
6
3
9
4
12
5
15
6
15
7
15
Slide 2 - Diapositive
Een auto die optrekt
Wat zien we in het diagram:
De auto begint met een snelheid van 0 m/s, elke seconde gaat de snelheid wat omhoog. Dit gebeurt in regelmatige stappen. Na 5 seconden heeft hij een snelheid van 15 m/s (54 km/h) en daarna blijft hij zo door rijden.
Slide 3 - Diapositive
Een auto die optrekt
In een v,t - diagram zie je dit:
Slide 4 - Diapositive
Versnelling
Versnelling = a = het aantal m/s dat er elke seconde bij de snelheid op komt
(de snelheidsverandering per seconde)
Slide 5 - Diapositive
versnelling = hoeveel m/s er elke seconde bij de snelheid op komt
t (s)
v (m/s)
0
0
1
3
2
6
3
9
4
12
5
15
6
15
7
15
Slide 6 - Diapositive
Hoe groot is de versnelling van de auto in ons voorbeeld na de eerste 5 seconden van zijn beweging:
Slide 7 - Question ouverte
Hoe groot is de versnelling van de auto in ons voorbeeld tijdens de eerste 5 seconden van zijn beweging:
Slide 8 - Question ouverte
Tot 5 seconden: a = 3
Na 5 seconden: a = 0
t (s)
v (m/s)
0
0
1
3
2
6
3
9
4
12
5
15
6
15
7
15
Slide 9 - Diapositive
Versnelling
Nu zonder tabel en grafiek:
Een auto trekt in 5 seconden op van een snelheid van 0 m/s naar een snelheid van 15 m/s
Hoe groot is zijn versnelling a?
Slide 10 - Diapositive
Versnelling
De formule voor versnelling is:
versnelling = snelheidsverandering : tijd
a = Δ v : Δt
Slide 11 - Diapositive
Versnelling
Een auto trekt in 5 seconden op van een snelheid van 0 m/s naar een snelheid van 15 m/s
Hoe groot is zijn versnelling a?
a = Δv : Δt = 15 : 5 = 3 m/s2
Slide 12 - Diapositive
Eenheid
Versnelling = a = het aantal m/s dat er elke seconde bij de snelheid op komt
eenheid: m/s in elke seconde
m/s per seconde
oftewel afgekort: m/s2
Slide 13 - Diapositive
Een vrachtwagen rijdt de stad uit en versnelt van 50 km/h naar 80 km/h in 6 seconden. Hoe groot is zijn versnelling? Gebruik a = Δv : Δt
Slide 14 - Question ouverte
Een vrachtwagen rijdt de stad uit en versnelt van 50 km/h naar 80 km/h in 6 seconden. Hoe groot is zijn versnelling? Gebruik a = Δv : Δt
Δv = 80 - 50 = 30 km/h = 30 : 3,6 = 8,3 m/s
a = Δv : Δt =8,3 : 6 = 1,4 m/s2
Slide 15 - Diapositive
Een auto remt af voor een stoplicht van 12 m/s tot stilstand in 2 seconden. Hoe groot is zijn versnelling?
Slide 16 - Question ouverte
Een auto remt af voor een stoplicht van 12 m/s tot stilstand in 2 seconden. Hoe groot is zijn versnelling?
Δv = veind - vbegin = 0 - 12 = - 12 m/s
(de snelheidsverandering is - 12 m/s omdat de snelheid afneemt)
a = Δv : Δt = -12 : 2 = -6 m/s2
(de versnelling is negatief omdat er elke seconde iets van de snelheid af gaat)