Quizz hoofdstuk 1 & 2

De marktvorm van volkomen concurrentie wordt gekenmerkt door
A
Heterogeen goed, vrije toetreding, transparantie en veel aanbieders
B
heterogeen goed, vrije toetreding, transparantie, klein aantal aanbieders
C
homogeen goed, beperkte toetreding, transparantie, veel aanbieders
D
homogeen goed, vrije toetreding, transparantie en veel aanbieders
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz
Economie Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

De marktvorm van volkomen concurrentie wordt gekenmerkt door
A
Heterogeen goed, vrije toetreding, transparantie en veel aanbieders
B
heterogeen goed, vrije toetreding, transparantie, klein aantal aanbieders
C
homogeen goed, beperkte toetreding, transparantie, veel aanbieders
D
homogeen goed, vrije toetreding, transparantie en veel aanbieders

Slide 1 - Quiz

De markt van kastjes voor digitale tv kent de volgende functies:
Qv= -2P+200 Qa=P-40
Qa & Qv *1.000 <> P per stuk in €
Bij het marktevenwicht is is

A
P=€40 Q=80.000 TO=€32.000.000
B
P=€80 Q=400.000 TO=€32.000.000
C
P=€80 Q=40.000 TO=€3.200.000
D
P=€40 Q=40.000 TO=€1.600.000

Slide 2 - Quiz


Als de prijs stijgt van €80 naar €90 dan kan dat komen door een toename van het aantal aanbieders
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz


Als de prijs stijgt van €80 naar €90 dan kan dat komen door een toename van de productiekosten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Een vraagfunctie van een product is Qv=-2P+200
Als de P stijgt van €80 naar €90 stijgt dan zal de omzet van dit product stijgen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Een vraagfunctie van een product is Qv=-2P+200
Als de P stijgt van €80 naar €90 stijgt is de prijselasticiteit -4
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Privatiseren is
A
nationaliseren van bedrijven
B
afstoten van overheidstaken naar particuliere bedrijven
C
efficiënter laten werken van een bedrijf
D
opkomen voor het eigen belang

Slide 7 - Quiz

Om welke reden gaat de overheid over tot het privatisering van staatsbedrijven
A
Staatsbedrijven werken vaak minder efficiënt dan private bedrijven
B
staatsbedrijven kunnen alleen met behulp van subsidies blijven produceren
C
A en B zijn juist
D
A en B zijn beide onjuist

Slide 8 - Quiz

Net als bij de marktvorm van volledige mededinging is bij de monopolie de totale winst maximaal als MO=MK
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Een monopolist hoeft nooit rekening te houden met potentiele concurrenten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Bij een prijsverhoging stijgt de winst van een monopolist altijd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Bij een monopolie is de vraaglijn gelijk aan de prijsafzetlijn
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz