2.1 Voedingsmiddelen practicum (pract. 4)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Leren onderzoeken

Wat moet je kunnen?

• Je kunt aangeven hoe glucose, zetmeel en eiwit kunnen worden aangetoond met een indicator.
• Je kunt zelf het proefje uitvoeren en een conclusie trekken uit de resultaten.

Voedingsstoffen

Koolhydraten

-Suikers (glucose), zetmeel en glycogeen zijn koolhydraten.

-Ze worden dus het meest gebruikt als brandstof.

-Soms ook als bouwstof of reservestof

Eiwitten

- Belangrijke Bouwstof.

- Betrokken bij veel processen

- Vorming celplasma.

- Groei van spieren.

Vetten

Brandstof,  Reservestof en ook als Bouwstof.

- Als vetten niet verbrand kunnen worden, dan worden ze opgeslagen onder de huid.

- Dan wordt je dikker

Water

De belangrijkste bouwstof. 

60% van je lichaam bestaat uit water.

- Andere voedingsstoffen kunnen in water oplossen.

- Vervoeren van ander voedingsstoffen,  door het lichaam.

Mineralen

- Voedingszouten

Bijv. Calcium (kalk), Natrium, Magnesium en ijzer.

Vooral bouwstoffen en Beschermende stoffen

Vitamine

Vooral als beschermende stof, ook als bouwstof.

Bekendste: A, B, C, D, K

A: Zorgt voor een goede huid en ogen.

C: Goede weerstand

D: Sterke en stevige botten.

Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. (ADH)

Practicum 4: Voedingsstoffen aantonen

• Jullie gaan voedingsstoffen aantonen in 6 verschillende voedingsmiddelen: appel, brood, rijstwafel, kipfilet, wortel, aardappel
• Voedingsstoffen kun je aantonen met indicatoren.

Glucose aantonen

--> Glucose teststrips!

De mate van kleurverandering geeft de
mate van glucose weer.

Geel: geen glucose

Groen: wel glucose

Donkerder groen: meer glucose

Zetmeel aantonen

Jodium/ jood-oplossing!

Geen zetmeel aanwezig: jodium blijft gelig

Wel zetmeel aanwezig: jodium verkleurt paars/blauw/zwart

Huiswerk

BS Leren onderzoeken: opdracht 1,1,2,4 (blz 157)