Week 24 - herhaling (foutieve) samentrekking

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Weekdoelen week 23?
  • Programma deze week
  • Bewaar de leestekst voor vrijdag 1e uur 
  • Herhalen grammatica - (foutieve) samentrekking

Slide 2 - Diapositive

Hoe ging de formatieve leestoets H1 t/m 6?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

3 niveaus 
  • Woordniveau: dameskleding en - (dames)schoenen. Op de plaats van het samengetrokken deel komt een streepje.
  •  Woordgroepsniveau: heerlijk eten en (heerlijk) drinken. Er worden een of meer woorden weggelaten.
  • Zinsniveau: Joris is ingedeeld bij F1 en Floris (is ingedeeld) bij F14. Eén of enkele zinsdelen worden weggelaten.

Slide 4 - Diapositive

In deze klas zitten er slimme en bijzonder slimme leerlingen. Hier is een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 5 - Quiz

Mijn tante Julia houdt erg van reizen, maar durft niet te vliegen. Hier is sprake van een samentrekking op
A
woordniveau
B
woordgroepsniveau
C
zinsniveau

Slide 6 - Quiz

Zij zijn verzekerd tegen brand-, water- en stormschade.

A
Samentrekking op woordniveau
B
Samentrekking op woordgroepniveau
C
Samentrekking op zinsniveau

Slide 7 - Quiz

3 voorwaarden voor een samentrekking
  • De weggelaten woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel/woordsoort)
  • De weggelaten woorden hebben dezelfde betekenis
  • De weggelaten woorden hebben hetzelfde getal (enkelvoud/meervoud)
- als de woorden die blijven staan. 


Wordt er niet aan één van deze voorwaarden voldaan? Foutieve samentrekking

Slide 8 - Diapositive

Dezelfde functie
Hij heeft een beste baan maar er ook voor gestudeerd.

Weggelaten woorden: hij, heeft
heeft = zww
heeft = hww gestudeerd = zww

Is niet hetzelfde dus foutieve samentrekking


Slide 9 - Diapositive

Dezelfde betekenis
Zij blies de ballon op en de kaars uit.

 

Weggelaten woorden: zij, blies.
Opblazen <=> uitblazen
Dus foutieve samentrekking

Slide 10 - Diapositive

Hetzelfde getal
In onze straat wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.

Weggelaten: worden
wordt - worden
Dus een foutieve samentrekking

Slide 11 - Diapositive

Mijn les Nederlands was vandaag weer geweldig en zal ik daarom niet snel vergeten.
A
niet dezelfde functie
B
niet dezelfde betekenis
C
niet hetzelfde getal

Slide 12 - Quiz

Zij gaf veel om haar vader en hem een cadeautje.
A
Samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 13 - Quiz

Zij wordt onderwijzeres en in Nijmegen opgeleid.
A
Samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 14 - Quiz