31-05/01-06 Start vergelijkingen oplossen en balansmethode

Welkom bij wiskunde
Pak alvast je spullen.
(Schrift, Pen, Rekenmachine)
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij wiskunde
Pak alvast je spullen.
(Schrift, Pen, Rekenmachine)

Slide 1 - Diapositive

Programma & Lesdoelen
- Werkwijze komende twee weken.
- Uitleg Vergelijkingen oplossen
en balansmethode.
- Zelfstandig werken
(op dit punt mogen de leerlingen
thuis uit de vergadering)
- Afsluiting
Lesdoelen:
- Jullie weten wat de bedoeling is de komende 1,5 week.
- Jullie kunnen allemaal aan de slag met het opgavenblad.

Slide 2 - Diapositive

Werkwijze komende 2 weken
- We nemen 5 lessen (dit is les 2) om dit stukje theorie te behandelen.
- Jullie krijgen steeds oefenmateriaal voor een paar lessen en ik geef aan wanneer dat af moet zijn. Dit zal ik ook in magister zetten.
- Vrijdag 11 Juni en Maandag 14 Juni is de SO hierover.
De SO telt mee als 1/3 van het toetscijfer van hoofdstuk 11. Je verandert dus het cijfer van dat proefwerk met het cijfer voor de SO.

(Als deze SO is afgenomen gaan we verder met hoofdstuk 8 uit het boek.)

Slide 3 - Diapositive

Uitleg Vergelijkingen
Overal waar een =-teken tussen staat is een vergelijking.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg Vergelijkingen
Overal waar een =-teken tussen staat is een vergelijking.
Bijvoorbeeld:
3a=1,50
3 appels = 1,50 euro
Hoeveel kost 1 appel?

Slide 5 - Diapositive

Uitleg Vergelijkingen
Overal waar een =-teken tussen staat is een vergelijking.
Bijvoorbeeld:
3a=1,50
3 appels = 1,50 euro
Hoeveel kost 1 appel?
47+6+3+x=6
3 cijfers behaald, een 7 - 6 - 3. Wat moet het 4e cijfer zijn om op een 6 gemiddeld uit te komen?

Slide 6 - Diapositive

Uitleg Vergelijkingen
Vergelijkingen kun je ook oplossen. Dan vind je wat de waarde van de variabele moet zijn, zodat het klopt.

Slide 7 - Diapositive

Uitleg Vergelijkingen
Vergelijkingen kun je ook oplossen. Dan vind je wat de waarde van de variabele moet zijn, zodat het klopt. Bijvoorbeeld: 
3a=1,50
3 appels = 1,50 euro
Hoeveel kost 1 appel?
a=31,50=0,50
1 appel kost dus 50 cent

Slide 8 - Diapositive

Uitleg Vergelijkingen
Vergelijkingen kun je ook oplossen. Dan vind je wat de waarde van de variabele moet zijn, zodat het klopt. Bijvoorbeeld: 
3a=1,50
3 appels = 1,50 euro
Hoeveel kost 1 appel?
47+6+3+x=6
7+6+3+x=24

Slide 9 - Diapositive

Uitleg Vergelijkingen
Vergelijkingen kun je ook oplossen. Dan vind je wat de waarde van de variabele moet zijn, zodat het klopt. Bijvoorbeeld: 
3a=1,50
3 appels = 1,50 euro
Hoeveel kost 1 appel?
47+6+3+x=6
7+6+3+x=24
16+x=24

Slide 10 - Diapositive

Uitleg Vergelijkingen
Vergelijkingen kun je ook oplossen. Dan vind je wat de waarde van de variabele moet zijn, zodat het klopt. Bijvoorbeeld: 
3a=1,50
3 appels = 1,50 euro
Hoeveel kost 1 appel?
47+6+3+x=6
7+6+3+x=24
16+x=24
x=8

Slide 11 - Diapositive

Uitleg Balansmethode
De balansmethode is een manier van vergelijkingen oplossen.

Slide 12 - Diapositive

Uitleg Balansmethode
De balansmethode is een manier van vergelijkingen oplossen.

Slide 13 - Diapositive

Uitleg Balansmethode
De balansmethode is een manier van vergelijkingen oplossen.
Je doet dus altijd aan beide kanten van het =-teken hetzelfde!

4x+7=19

Slide 14 - Diapositive

Uitleg Balansmethode
De balansmethode is een manier van vergelijkingen oplossen.
Je doet dus altijd aan beide kanten van het =-teken hetzelfde!

4x+7=19
4x+77=197

Slide 15 - Diapositive

Uitleg Balansmethode
De balansmethode is een manier van vergelijkingen oplossen.
Je doet dus altijd aan beide kanten van het =-teken hetzelfde!

4x+7=19
(4x+77=197)
4x=12

Slide 16 - Diapositive

Uitleg Balansmethode
De balansmethode is een manier van vergelijkingen oplossen.
Je doet dus altijd aan beide kanten van het =-teken hetzelfde!

4x+7=19
(4x+77=197)
4x=12
44x=412

Slide 17 - Diapositive

Uitleg Balansmethode
De balansmethode is een manier van vergelijkingen oplossen.
Je doet dus altijd aan beide kanten van het =-teken hetzelfde!

4x+7=19
(4x+77=197)
4x=12
x=3

Slide 18 - Diapositive

Laatste opmerking
Met de balansmethode kun je al heel veel soorten vergelijkingen oplossen. Daar gaan jullie de komende paar lessen mee oefenen.
Dit is het belangrijkste om te leren voor de SO over twee weken.

Slide 19 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak de opgaven op het uitgedeelde blad.


(Leerlingen thuis: Ga in het Team 1HV2 Wiskunde naar het kanaal ''Vergelijkingen oplossen en balansmethode''. Daarbij bestanden staat het opgavenblad ook.
Jullie mogen nu de vergadering uit.)

Slide 20 - Diapositive

Afsluiting
Controlevraag. Los de onderstaande vergelijking op.





Als deze correct is opgelost, mogen jullie gaan.
2,3x11,6=11,4

Slide 21 - Diapositive