praktijkvoering/geneesmiddelenkennis les 5

• Praktijkvoering/GMK
• MBO
• Studiejaar 1

Leerdoel 

Praktijk voering: ongeveer 10 minuten. behandelen van de vragen

Geneesmiddelenkennis

Korte herhaling vorige les: 10 minuten

Uitleg hoofdstuk 6 in het boek: Bloed 30 minuten

Samenvatting les 

Leerdoel 

Praktijk voering: ongeveer 10 minuten. behandelen van de vragen

Geneesmiddelenkennis

Korte herhaling vorige les: 10 minuten

Uitleg hoofdstuk 6 in het boek: Bloed 30 minuten

Samenvatting les 

Wat is de werking van Furosemide

1. bloeddruk verlagen
2. vocht afdrijven
3. vochtbalans herstellen
4. geen idee

Wat is het startschema van hydroxocobalamine

1. 10 injectie met een interval van 2 dagen
2. 10 injecties met een interval van 3 dagen
3. 10 injecties 2x per week
4. Geen idee

Wat is het verschil tussen Isosorbidemononitraat en Isosorbidenitraat

Mag iemand met Acenocoumarol Ibuprofen gebruiken

1. Ja
2. Nee

Waarop werken de bloedverdunners.

Iemand met een verhoogd INR wat moet deze persoon doen

1. Stoppen met medicatie
2. Stoppen met medicatie en over 3 dagen prikken
3. Stoppen met medicatie en Vitamine K krijgen
4. Stoppen met de medicatie en Vit K en prikken na 3 dagen

Hoe noem je een korst

1. Trombo
2. Trombus
3. Trompet
4. Geen idee

Hoe heet een korst in een beenvat

1. DVT
2. DPD
3. DGP
4. DRV

Wat is een complicatie bij verkeerd ingesteld vitamine K antagionisten

1. bloedneuzen
2. te langzame stolling
3. maagbloeding
4. misschien alle 3

Kan je Acteylsalicylzuur ook gebruiken bij koorts

1. Ja
2. Nee

Vervolg over bloedverdunners

We gaan hier nu verder waar we voor de vakantie zijn gebleven. 

Direct werkende anticoagulantia (DOAC's)

Werking DOAC's 

Dit zijn medicijnen die 1 van de stollingsfactoren remmen.

Binnen deze groep zijn er 2 soorten medicatie

 Groep 1 is de orale medicatie

Groep 2 zijn de injecties. 

Groep 1 

Deze medicatie wordt iedere dag ingenomen en heeft direct effect op de stolling. Maar bij stoppen van deze medicatie hersteld de antistolling ook weer heel erg snel. Er zijn bij deze medicatie minder interacties met andere medicijnen.

Hersenbloedingen zijn bij deze medicatie minder dan bij vitamine K-antagonisten, maar wel weer meer kans op maagbloedingen. 

Groep 1 

Deze medicijnen worden tegenwoordig heel erg snel ingezet bij mensen waarbij een sterke verdenking is voor een DVT (diep veneuze trombose).

Vooral de Rivaroxaban is hierbij goed inzetbaar

Start dosering is 15-21 dagen 15mg 2 keer per dag en daarna nog 3 maanden 20mg per dag. 

Groep 1 

Voordeel: Door dat deze medicatie een directe effect heeft op de stollingsfactoren. Hoeft er niet ruim van te voren gestopt te worden met deze medicatie. Ongeveer 48 uur voor een ingreep is vroeg genoeg. Terwijl vitamine K-antagonisten tussen 3 -5  dagen ervoor en daarna weer opnieuw moet worden ingesteld. Bij de trombocytenaggregatieremmers moet men ongeveer 1 week van te voren stoppen. 

Medicaties groep 1 zijn

Apixaban = Eliquis  gebruik 2d1t

Rivaroxaban = Xarelto gebruik 1d1t

Dabigatran = Pradaxa gebruik 2d1t 

Edoxaban = Lixiana gebruik 1d1t 

Groep 2

Groep 2 zijn de injecties, deze worden alleen gebruikt bij mensen die een operatie hebben gehad aan tijdelijk minder mobiel zijn. Bij knie- en heupoperaties moeten mensen dit nog voor 6 weken iedere dag zelf doen als ze thuis zijn. 

Medicaties groep 2 zijn

Nadroparine = Fraxiparine 1d1ij

Dalteparine = Fragmin 1d1ij

Toediening groep 2

Dit wordt gegeven in de vorm van een injectie in de buikplooi s.c. 

Effect kan wel zijn snel blauwe plekken op de injectieplaats. 

Voordeel: direct na stoppen is de stolling weer normaal. 

Thrombolytica

Dit zijn de werken direct op de trombus. Hierdoor wordt bij toediening direct de trombus opgelost. Dit gebeurt dus bij acute hartinfarcten en herseninfarcten. Hierbij lost dus meteen de trombus op waardoor de bloedvoorziening direct verbeterd. 

Deze behandeling vind alleen plaats in het ziekenhuis. 

Zijn er nog vragen over de besproken onderwerpen van de afgelopen periode? 

Hoe is het gegaan?

😒🙁😐🙂😃

Wie kan mij vertellen waar de les over is gegaan. 

Hoe vond je deze les?

Hoe vond je deze les?

Super!

Goed

Mwoa...

Niet goed

Ik snap er niets van

Volgende week

Gaan we starten met een nieuw onderwerp

INFECTIEZIEKTES