Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
les-informatie Les rekenen 2R8C week 2
lesdoel uitleggen / oefenen / toetsen
past bij ffRekenen mbo 2
auteur MB, bewerkt CW
datum mei 2023
Slide 1 - Diapositive
Pak je planner. Wat gaan we DEZE week oefenen?
A
tabellen
B
staafdiagrammen
C
cirkeldiagrammen
D
grafieken
Slide 2 - Quiz
Hoeveel toetsen krijg je deze periode voor rekenen?
A
geen
B
1
C
2
D
3
Slide 3 - Quiz
Welke uitspraak past bij jou? FFRekenen tabellen....
Ik heb Tabellen helemaal af
Ik heb van tabellen wel wat gemaakt, maar niet alles
Ik heb nog helemaal niet geoefend met tabellen
Slide 4 - Sondage
Slide 5 - Diapositive
deze week: staafdiagrammen
Slide 6 - Diapositive
het lezen van het staafdiagram
Op de
verticale as
staan het
aantal B&B.
Op de
horizontale as
staan de
provincies.
bed&breakfast - een kamer bij mensen thuis die je huurt per nacht, met een ontbijt
Slide 7 - Diapositive
het interpreteren van een staafdiagram
Wat betekenen de getallen en woorden?
de grootte
van 3750
bedrijven
Slide 8 - Diapositive
interpreteren van een staafdiagram
ontbrekende getallen
De hengelaar hengelt een vis op.
1. Wanneer waren er 475 leden?
2. Hoeveel leden waren er in 2008?
3. Wanneer waren er voor het eerst meer dan 1000 leden?
Slide 9 - Diapositive
gegevens uit een staafdiagram halen
Geef nog geen antwoorden. Dat doe je straks via LessonUp.
1. Hoeveel studenten
deden mee aan
het onderzoek?
2. Hoeveel minder studenten
komen met de auto dan
met de scooter?
Slide 10 - Diapositive
1. Hoeveel studenten deden mee aan het onderzoek? Wat moet je doen om bij je antwoord te komen?
timer
0:30
A
de getallen op de verticale as optellen
B
de getallen boven de staven optellen
Slide 11 - Quiz
2. Hoeveel minder studenten komen met de auto dan met de scooter?
timer
0:30
A
15
B
45
C
30
D
60
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
de legenda
1. In welke
maand werden
de minste ijsjes met
1 bolletje verkocht?
2. Klopt dit: Van mei tot en met september werden er meer ijsjes met 3 bolletjes verkocht dan met 2 bolletjes.
Slide 14 - Diapositive
1. In welke maand werden de minste ijsjes met 1 bolletje verkocht?
A
mei
B
juni
C
aug
D
sept
Slide 15 - Quiz
de legenda
1. In welke
maand werden
de minste ijsjes met
1 bolletje verkocht?
2.Klopt dit: Van mei tot en met september werden er meer ijsjes met 3 bolletjes verkocht dan met 2 bolletjes.
Slide 16 - Diapositive
de legenda
1. In welke
maand werden
de minste
ijsjes met
1 bolletje
verkocht? mei
2. Klopt dit: Van mei tot en met september werden er meer ijsjes met 3 bolletjes verkocht dan met 2 bolletjes. Nee, daarvoor zijn de verschillen in mei en juni te groot.
Slide 17 - Diapositive
tabel en staafdiagram
vergelijken
Geef je antwoord zo via
LessonUp.
Welk staafdiagram hoort bij
de tabel?
Slide 18 - Diapositive
Welk staafdiagram hoort bij de tabel?
timer
0:30
A
staafdiagram A
B
staafdiagram B
C
staafdiagram C
D
staafdiagram D
Slide 19 - Quiz
extra: het gestapelde staafdiagram
Slide 20 - Diapositive
huiswerk voor woensdag 17 mei 2023 voor 2R8C
- woordenlijst bijwerken
- maken en leren van staafdiagrammen: informatie ordenen