Paragraaf 5.2 Volgorde bij berekeningen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Paragraaf 5.2. Volgorde bij berekeningen

Hoe zat het ook alweer?

Welke stappen hadden we ook alweer bij de rekenvolgorde?

Wat is de juiste rekenvolgorde?

1. Haakjes, plus en min, keer en delen
2. Haakjes, keer en delen, plus en min
3. Keer en delen, haakjes, plus en min
4. Keer en delen, haakjes, plus en min

Bereken

2 x ( 8 + 3 ) =

1. 19
2. 22
3. 24
4. 13

Bereken

-18 : ( 8 - 2 ) =

1. 3
2. -1
3. 0
4. -3

Aan de slag!

Maak nu eerst som 10, 11 en som 12(f t/m j) op blz. 152 van je boek. 

Denk aan de tussenstappen die je op moet schrijven  in je schrift!

Ben je klaar? Ga je verder met deze LessonUp.

Breuken optellen en aftrekken

Vorige week hebben we het gehad over gelijknamige breuken. Gelijknamige breuken zijn breuken waarvan de noemers hetzelfde zijn. 

Bij gelijknamige breuken mag je de tellers optellen en aftrekken.

2/4 en 4/8 zijn gelijknamige breuken Waar of niet waar?

1. waar
2. niet waar

Zet de gelijknamige breuken bij elkaar

​3​​1​​

​7​​2​​

​8​​3​​

3/7

2/3

1/8

Bij breuken vermenigvuldigen moet je de breuken gelijknamig maken

1. Waar
2. Niet waar

Bereken en vereenvoudig indien mogelijk
1/2 x 2/15

1. 2/30
2. 1/10
3. 3/30
4. 1/15

Bereken. Als je kan vereenvoudigen dan moet dat!

​4​​3​​⋅​5​​2​​=

1. ​10​​3​​
2. ​9​​6​​
3. ​9​​5​​
4. ​20​​6​​

Breuken vermenigvuldigen met helen.

Als je breuken gaat vermenigvuldigen met helen dan geldt dat je de helen keer de teller doet.

Bijvoorbeeld: 5 x 1/8 = 5/8 

Bereken. Als je kan vereenvoudigen dan moet dat.
5 x 1/6

1. 5/30
2. 1/30
3. 5 helen en 1/30
4. 5/6

Bereken. Als je kan vereenvoudigen dan moet dat.
2 x 3/7

1. 6/14
2. 3/14
3. 6/7
4. 2 helen en 3/7

Bereken. Als je kan vereenvoudigen dan moet dat.
3 x 1/15

1. 1/5
2. 3/5
3. 3 helen en 1/15
4. 3/15

Aan de slag!

Maak nu som 13, 14, 15 (Klas 1A en 1B maken ook som 16)  op blz. 152 en 153

Denk aan tussenstappen en/of berekeningen!

Ben je klaar? Ga je nakijken via Classroom.