vlees

Schenkel
Biefstuk
Entrecote
Runderhaas
Runderlappen
Bieflappen
Rib-eye
Rundergehakt
Tartaar
Riblappen
Sucadelappen
Hacheevlees
1 / 11
suivant
Slide 1: Question de remorquage

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Schenkel
Biefstuk
Entrecote
Runderhaas
Runderlappen
Bieflappen
Rib-eye
Rundergehakt
Tartaar
Riblappen
Sucadelappen
Hacheevlees

Slide 1 - Question de remorquage

5

Slide 2 - Vidéo

(poot)ham
schouder
karbonadestrook
buik
kop
varkenslappen
karbonades
lange varkenshaas
oesters
hamlappen
speklappen

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

Spiervezels
  • Dwarsgestreept spierweefsel
  • 50 % van het spierweefsel bestaat uit spiervezels
  • 18-20% eiwit
  • 2-3% vet & suikers
  • 1-2% mineralen en zouten
  • Rest water

Slide 5 - Diapositive

Bindweefsel
  • Overal in het lichaam
  • Dun & netvorming of verdikt (vliezen en pezen)
  • Verbindt vetcellen
  • 20% van de spier = bindweefsel

Slide 6 - Diapositive

Vetweefsel
  • Aaneengesloten vetcellen
  • Overal in het lichaam, meeste rondom organen en onder de huid (depotvet)
  • Verdeeld als lagen tussen het spierweefsel
  • Germarmerd vlees
  • Magerste vlees (3-5% vet)

Slide 7 - Diapositive

Eiwitten
  • Actine en myosine (50 % v/h vleeseiwit, samentrekking spier) 
  • Myoglobine (30 % v/h vleeseiwit, kleur)
  • Collageen & elastine (15 % v/h vleeseiwit, bindweefsel)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

vlees

Slide 11 - Diapositive