2/12: klassieke tragedie

Welkom
Pak alvast: laptop of pen & papier 
Laptops blijven nog dicht
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom
Pak alvast: laptop of pen & papier 
Laptops blijven nog dicht

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Opfrisquiz
Uitleg klassieke tragedie
Verwerkingsopdracht
Toets bespreken
O / V / G literair blog staat vanmiddag in Magister :)

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kent de kenmerken van de klassieke tragedie;
Je kunt deze kenmerken herkennen en benoemen in de Gijsbreght van Aemstel.

Slide 3 - Diapositive

Opfrisquiz
  • Achter elkaar een paar vragen op het bord
  • Schrijf het antwoord op: individueel!
  • Gebruik je geheugen, niet je boek/ aantekeningen
  • Na alle vragen bespreken we de antwoorden

Slide 4 - Diapositive

Vraag 1
Wat zijn ook alweer de drie hoofdkenmerken van de renaissancekunst/ literatuur?

Slide 5 - Diapositive

Vraag 2
In de renaissance keek men weer terug naar de klassieke oudheid. Op welke drie manieren baseerden schrijvers zich op klassieke voorbeelden? Benoem de Latijnse termen.

Slide 6 - Diapositive

Vraag 3
Welke toelichting past bij welk genre?
Bekijk de genres op de volgende dia
Koppel 1 t/m 6 aan A t/m E

Slide 7 - Diapositive

Klaagzang
Hekeldicht
Aforisme
Essay
Sonnet
Epigram

Gedicht met 14 regels, vast rijmschema en een wending

Korte, krachtige zin met levensles

Kort gedicht met grappige inhoud, vaak met een woordspeling

Korte prozatekst met mening van schrijver

Gedicht waarin bijv. politiek of religie wordt aangevallen

Gedicht over persoonlijke omstandigheden, zoals rouw/ dood, voorbije liefde, etc.

Slide 8 - Question de remorquage

Vraag 4
Welke drie genres beoefende Joost van den Vondel vooral? En welke werken horen daarbij? 

Slide 9 - Diapositive

Antwoorden
  1. Drie hoofdkenmerken: realisme, classicisme, estheticisme
  2. Drie manieren: translatio (vertalen), imitatio (nadoen), aemulatio (overtreffen)
  3. 1-F, 2-E, 3-B, 4-D, 5-A, 6-C
  4. Drie genres Vondel: hekeldicht, klaagzang, tragedie

Slide 10 - Diapositive

Toneel in de renaissance
  • Toneeltraditie professionaliseerde zich
  • Tragedie: "ernstig" toneelstuk
  • Komedie en klucht: grappig

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Kenmerken klassieke tragedie
  1. Ondergang van een hooggeplaatst persoon (vanwege overmoed/ eigen handelen);  
  2. Eenheid van tijd, plaats en handeling: op één plaats, één verhaallijn, binnen 24 uur;
  3. Vijf bedrijven (scènes, onderdelen van het toneelstuk);
  4. Tussen eerste vier bedrijven een 'rei': commentaar van groep personen;
  5. Aan het eind een 'deus ex machina': een godheid die uit de hemel neerdaalt en een oplossing biedt;

Slide 13 - Diapositive

Verwerkingsopdracht
  • We bekijken nog een kort filmpje met samenvatting Gijsbreght van Aemstel. Maak daarna in tweetallen de vragen uit de reader (te vinden na opdrachten Liefdesembleem):
  1. Welke kenmerken van de klassieke tragedie herken je in dit toneelstuk?
  2. Welke kenmerken van de kunst van de renaissance herken je?
  3. Vondel liet zich duidelijk inspireren door de klassieke oudheid. Is hier sprake van translatio, imitatio of aemulatio? Leg uit waarom en gebruik daarvoor 50 woorden.
    10 minuten, daarna nakijken en toets bespreken

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

1. Welke kenmerken van de klassieke tragedie herken je?
- Eenheid van tijd (kerstavond = binnen 24 uur),
plaats (Amsterdam - Gijsbreghts kasteel) en
handeling (ondergang van de stad Amsterdam)
- Hooggeplaatst persoon (Gijsbreght) gaat ten onder
- Ondergang van Gijsbreght is te wijten aan zijn eigen handelen: moord op Floris V en koppigheid. 
- Deus ex machina: de engel Rafael 

Slide 16 - Diapositive

2. Welke kenmerken van de kunst van de renaissance herken je?
- Classicisme: verwijzing naar Troje.
- Realisme: personages gedragen zich zoals echte mensen zouden doen in die omstandigheden. 

Slide 17 - Diapositive

3. Vondel liet zich duidelijk inspireren door de klassieke oudheid. Is hier sprake van translatio, imitatio of aemulatio? Leg uit waarom.
Aemulatio: Vondel overtreft het verhaal van Troje door het in middeleeuws Amsterdam te plaatsen, een christelijke omgeving die voor zijn publiek bovendien veel bekender en relevanter was. 

Slide 18 - Diapositive

Toets bespreken
  • Alles van tafel, behalve de toets
  • Tussendoor geen vragen
  • Geen vragen? Dan mag je vertrekken
  • Blijf even zitten als je nog een vraag hebt

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien