Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Les 2 - Signaalwoorden
Slide 1 - Diapositive
Programma
Nabespreken opdracht ‘User stories’
Theorie signaalwoorden
Opdracht 'Product Backlog'
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Na of tijdens deze les...
X
X
Slide 3 - Diapositive
Nabespreken opdracht ‘User stories’
Voor Project (PRO) ga je deze periode weer aan de slag met het schrijven user stories.
Alleen gaan we deze keer dieper in op dit onderwerp.
Dit omdat het een aspect is dat steeds terugkomt bij de ontwikkeling van software.
Om betere user stories te kunnen schrijven, lees je vandaag het artikel ‘Zo bouw je met user stories aan de ultieme user experience’.
Vul na of tijdens het lezen de onderstaande tabel in.
Ben je klaar met deze opdracht?
Markeer vervolgens 5 woorden waarvan jij de betekenis echt nog niet wist.
Slide 4 - Diapositive
Wat betekent het begrip 'soft skills'? "UX-design in een agile setting is niet triviaal. Het vraagt niet alleen om speciale soft skills van de UX-designers, maar ook om een goede integratie van de design deliverables in de agile werkwijze."
Slide 5 - Question ouverte
Soft skills
Vaardigheden die voornamelijk gericht zijn op gedrag, houding en de dynamiek tussen mensen
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent het begrip 'scope'? "In een agile werkomgeving zijn user stories een belangrijke kapstok voor design. De scope van de user story is echter voor het UX-design vaak te klein."
Slide 7 - Question ouverte
Scope
Reikwijdte
Slide 8 - Diapositive
Wat betekent het begrip 'valideren'? "Gebruik het ontwerp in de gebruikstest om dit te valideren."
Slide 9 - Question ouverte
Valideren
Geldend maken
Slide 10 - Diapositive
Wat betekent het begrip 'persona'? "Benoem de eindgebruiker zo specifiek mogelijk, liefst in termen van een persona of van het type gebruiker waar die persona voor staat."
Slide 11 - Question ouverte
Persona
Een zeer gedetailleerde beschrijving van een gebruiker van jouw product of dienst.
Slide 12 - Diapositive
Signaalwoorden
Slide 13 - Carte mentale
Signaalwoorden [2]
Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een verband wordt aangegeven tussen alinea's, zinnen of onderdelen van een zin.
Signaalwoorden bevorderen dus de samenhang in een tekst.
Voorbeelden:
Ik ben jarig maar(= tegenstelling) ik vier geen feest.
Ik ben afgestudeerd, dus(=reden) verdien ik loonsverhoging.
Je bent welkom mits (=voorwaarde) je op tijd bent.
Slide 14 - Diapositive
Signaalwoorden [3]
Slide 15 - Diapositive
Opdracht 'Product Backlog'
Het artikel over de backlog bevat veel signaalwoorden.
Probeer minstens 7 verschillende signaalwoorden te vinden door ze te onderstrepen en daarachter te noteren om welk tekstverband het gaat.
Je past dus zelf de tekst aan!
Uiterste inleverdatum woensdag 7 februari 21:00.
Een voorbeeld: Omdat (=reden) een Product Owner net als een projectmanager een planning maakt, neemt hij beslissingen over prioriteiten en de functionaliteit van het product.
Tip: Op Canvas vind je een PDF-bestand met een overzicht van alle categorieën signaalwoorden.