V4D 4e les periode 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

WELKOM

bij de les Nederlands 

van 3 februari

lesinhoud

- enkele theoretische puntjes op de middeleeuwse i;

- boek kiezen module 6;

- introductie module 5 Schrijven zonder fouten.

Noteer de titel en de soort literatuur van het verhaal.

Geef een voorbeeld van symboliek in het verhaal en de betekenis ervan.

Module 6

Welk boek hebben jullie (tweetallen) gekozen?

Of doe je mee aan een boekenclub? 

(zie volgende slide)

boekbesprekingen

Roxy - Esther Gerritsen (chd)

Lisa's adem - Karel Glastra van Loon (kui)

Gebr. - Ted van Lieshout (mal)

Allemaal niveau 3.

Melden bij betreffende docent; bespreking 1e week maart.

Waarom?

Door verzorgd met je taal om te gaan, geef jij een belangrijk signaal af: jij hecht waarde aan de presentatie van de boodschap.

Hoe?

Door onze taal en de taalregels onder de loep te nemen, leer je het belang in te zien.

Wat?

Je krijgt instructie, je verdiept je in de taalverzorging, je maakt opdrachten en je denkt na over taalkwesties.

Hoe erg is de taalfout?

Hiernaast zie je 5 zinnen met in iedere zin een fout.

1. Zoek de fout(en);

2. Maak een ranglijst van storend tot minst storend.

1. Voor mij is spelling een belangrijk onderdeel van taal, want je kunt er namelijk mee laten zien dat je de ander serieus neemt.
2. Hoewel ik me besef dat spelling bijdraagt aan de boodschap, hoef ik echt niet een tekst overnieuw te schrijven na een fout.
3. Zo kun je bijvoorbeeld best eens een komma vergeten.
4. De leerlingen die met zekerheid een voldoende willen hebben vaak goed geleerd en geoefend.
5. Ik hoop dat ik in deze module voldoende wordt uitgedaagd om taalvaardiger te worden.

Uitleg over het belang van leestekens

Deze week werken aan

Module 5

Blok 1 Interpunctie

module 5 Taalfouten

- Open de modulewijzer: elo - module 5;

- We nemen hem samen door;

- Daarna introductie leestekens.

- Je hebt verder nodig: Talent vakboek + theorielijst elo.

Komma

Hij zat op haar schoot en rustte uit.

Hij zat op haar, schoot en rustte uit.

Wat staat hier?

De meester zei Pietje is een monster

De meester zei Pietje is een monster

De meester zei: "Pietje is een monster."

"De meester," zei Pietje, "is een monster."

tot slot

- Vergeet niet een boek te kiezen en te lezen.

- Maak de middeleeuwse krant af (werk in Teams).

- Maak Blok 1 (interpunctie) van module 5 (Taalfouten).

Volgende week uitleg over Blok 2 en 3 van module 5.