SCMK - 08/10 - Schrijven - Werkwoordsvormen

Welkom


  • We starten met lezen
timer
15:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom


  • We starten met lezen
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les:
- weet je wat jouw score is voor werkwoordsvormen.
- weet je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Programma             60 minuten
Leesmoment
Doelen
Waar sta jij?
Instructie
Toepassen
Check-out


15 minuten
 5 minuten 
 5 minuten
10 minuten
15 minuten
 5 minuten

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht

Slide 4 - Diapositive

Waar sta jij?

Slide 5 - Diapositive

Instructie 

Slide 6 - Diapositive

Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden. 
Aantekeningen

Slide 7 - Diapositive

Woordenschat
Deze woorden zijn belangrijk:
- Tegenwoordige tijd (TT)
- Verleden tijd (VT)
- Voltooid deelwoord (VD)
- Persoonsvorm
- Onderwerp
- Stam
- Infinitief 



Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm TT
Wat
Persoonsvorm is het werkwoord dat zich aanpast aan het onderwerp (de wie of wat het doet) van de zin. 

Hoe
- De persoonsvorm kan van tijd veranderen. 
- De persoonsvorm staat in een enkelvoudige vraagzin vooraan. 
- De persoonsvorm verandert van aantal als dit ook bij het onderwerp gebeurt. 


Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Persoonsvorm TT
Zin staat in de tegenwoordige tijd:
Hij is naar huis gefietst. 

Vraagzin: Is hij naar huis gefietst?
Andere tijd (VT): Hij was naar huis gefietst. 
Aantal: Wij zijn naar huis gefietst. 
Programma

Instructie
Toepassen
Check-out
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Toepassen

Slide 11 - Diapositive

Wat?
Werkblad werkwoorden pers. TT maken. 
Hoe?
Lees de vragen goed. Kijk wat er van je verwacht wordt.
Hulp
Kom bij me als je vragen hebt. 
Tijd
15 minuten. 10 minuten in stilte (of met muziek). 
                        5 min. fluisteren.
Klaar?
- Je kan verder oefenen met werkwoorden.
Je mag verder met de klachten e-mail naar Shein.
- Je kan Leesrijk set gaan lezen/maken. 
Opdracht 
timer
15:00
Programma

Toepassen
Check-out

Slide 12 - Diapositive

Check-out

Slide 13 - Diapositive

Aan het einde van de les:
- weet je wat jouw score is voor werkwoordsvormen.
- weet je hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet schrijven.

Slide 14 - Diapositive

Volgende les
- leer je de persoonsvorm in de verleden tijd. 

Slide 15 - Diapositive