Taal quiz thema 7 les 14

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Jij draagt leuke kleding. Ik vind dat jij een leuke .... hebt.
Welk woord past op de puntjes?

1. winkel
2. smaak
3. idee
4. zus

Welk woord past niet bij "de recensie"?

1. de mening
2. het argument
3. de getuige
4. het oordeel

Wat is dit? een .......

Verkoop jij die tafel?
Die is in zeer goede staat.
Wat betekent hetzelfde?

1. Die ziet er nog heel goed uit.
2. Die zou ik niet verkopen.
3. Die wil ik wel hebben.
4. Die staat leuk in je kamer.

Deze vraag is enigszins makkelijk.
Wat jun je ook zeggen in plaats van enigszins.

1. heel erg
2. een beetje
3. niet
4. ontzettend

Ik wil nu naar de kapper!

1. ik
2. wil
3. naar
4. kapper

Mama koopt een dure bril.
In welke vorm staat het werkwoord?

1. ik-vorm
2. jij-vorm
3. hij-vorm
4. wij vorm

Dafne en mijn zus drinken een glas cola.
In welke vorm staat het werkwoord?

1. ik-vorm
2. jij-vorm
3. hij-vorm
4. wij vorm

Wij lopen.
Het werkwoord staat in de wij-vorm.
Welke regel hoort hierbij?

Mijn kat slaapt op de bank.
het werkwoord staat in de hij-vorm.
Welke regel hoort hierbij?

1. hele werkwoord -en
2. hele werkwoord
3. halve werkwoord
4. ik vorm +t

Vul de goede vorm in van hebben of zijn.
Tom ...... een mooi jas.

Vul de goede vorm in van hebben of zijn.
Zij .... goed in voetbal.

Vul de goede vorm in van hebben of zijn.
Op school .... wij geen huisdieren.

Hans werkt heel slordig.
Wat is het bijwoord?

1. Hans
2. werkt
3. heel
4. slordig

Het bijwoord zegt iets over het ...

1. werkwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. lidwoord

Blij zingt zij een liedje.
Wat is het bijwoord?

1. blij
2. zingt
3. een
4. liedje

De zachte bal rolt heel snel.
Wat is het bijwoord?

1. zachte
2. bal
3. rolt
4. snel

Wat is geen eigen naam?

1. namen van dingen
2. namen van mensen
3. namen van steden
4. namen van meren

Wat is geen eigen naam?

1. Duitsland
2. de Kledingkast
3. Joris
4. de Zuiderzee

Welke eigen naam is fout?

1. meneer Jansen
2. meneer De Vries
3. mevrouw Witteveen
4. Jenny de Bruin