Eindtoets Thema 3 Waarnemen en gedrag VWO

Eindtoets Thema 3 Waarnemen en gedrag
VWO
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Eindtoets Thema 3 Waarnemen en gedrag
VWO

Slide 1 - Diapositive

Vraag 1:
Pijnpunten liggen in de lederhuid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Vraag 2:

Barbera heeft blauwe ogen.
Dit komt doordat haar pupillen blauw gekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Vraag 3:

Fien lacht naar de jongen aan de overkant van de straat.
Dit is een voorbeeld van gedrag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Vraag 4:

Eliah dekt één van zijn ogen af met zijn hand. Met het andere oog kijkt hij rond.
De pupillen van zijn ogen zijn nu niet even groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Vraag 5:

Een plant sluit ’s avonds haar bloemen.
Dit noem je gedrag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Vraag 6:

Wanneer je verkouden bent, kun je niet goed proeven of er suiker in je thee zit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Vraag 7:
Buiten op straat kun je veel verschillende geuren tegenkomen. Bij een tankstation ruik je bijvoorbeeld benzine en bij de bakker ruik je gebak. Doordat benzine uit andere stoffen bestaat dan gebak ruiken ze allebei verschillend.
Hoe neemt je lichaam waar dat benzine en gebak verschillend ruiken?
A
Doordat de geur van benzine ook je pijnpunten prikkelt en de geur van gebak niet
B
Doordat de geur van benzine via een andere reukzenuw je hersenen binnenkomt dan de geur van gebak.
C
Doordat de geur van gebak andere reukzintuigcellen prikkelt dan de geur van benzine.
D
Doordat de geur van gebak ook je smaakzintuigcellen prikkelt en die van benzine niet

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Vraag 8:

Welk zintuig wordt in afbeelding 1 getest?
A
Het drukzintuig
B
Het evenwichtszintuig
C
Het gezichtszintuig
D
Het tastzintuig

Slide 10 - Quiz

Vraag 9:

Het heideblauwtje is een vlinder. Als het paringstijd is, dan achtervolgt het mannetje een vrouwtje. Hij vliegt om haar heen en geeft geurstoffen af. Dan gaat hij naast haar zitten en paren ze. Uiteindelijk vliegt het mannetje weg.

Waar is dit een voorbeeld van?
A
Gedragsketen
B
Motivatie
C
Prikkel
D
Respons

Slide 11 - Quiz

Vraag 10:
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.

Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Trommelvlies – gehoorbeentjes – gehoorgang
B
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes
C
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
D
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes

Slide 12 - Quiz

Vraag 11:
Enkele delen van een oog zijn het harde oogvlies, de iris, het netvlies en de pupil. Als je iemand aankijkt, wel deel kunt je dan niet zien?
A
De iris
B
De pupil
C
Het harde oogvlies
D
Het netvlies

Slide 13 - Quiz


Vraag 12: 
Welk nummer geeft het vaatvlies aan?
A
1
B
2
C
10
D
3

Slide 14 - Quiz

Vraag 13:

Als je vanuit een kelder naar buiten in de zon stapt, wat gebeurt er dan met de pupil?
A
Hij wordt groter, zodat er meer licht op je netvlies valt
B
Hij wordt groter, zodat er minder licht op je netvlies valt
C
Hij wordt kleiner, zodat er meer licht op je netvlies valt
D
Hij wordt kleiner, zodat er minder licht op je netvlies valt

Slide 15 - Quiz

De tekst hieronder moet je gebruiken om de vragen 14 tot en met 16 te kunnen beantwoorden .
Frank en Ronald gaan samen naar het circus. Daar zijn veel spectaculaire acts. Vooral de olifanten en de degenslikker vallen bij de jongens in de smaak.
Olifanten zijn slimme dieren die allerlei kunstjes kunnen uitvoeren. Buba treedt ook op, de olifant die beroemd is geworden door haar optreden in de film 'Knetter' met Carice van Houten (zie afbeelding 4).
Bij de act van de degenslikker steekt die een lange metalen degen helemaal in zijn keel (zie afbeelding 5).

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Vraag 14:

Hoe is een olifant in staat om moeilijke kunstjes uit te voeren in circus en in de film?
A
Door erfelijke factoren
B
Door training
C
Door een combinatie van erfelijk factoren en training

Slide 19 - Quiz

Vraag 15:
Welk zintuig is het sterkst ontwikkeld bij de olifant?
A
Het gehoorzintuig
B
Het gezichtszintuig
C
Het reukzintuig
D
Het smaakzintuig

Slide 20 - Quiz

Vraag 16:

Hoe zorgt de trainer ervoor dat de olifant doet wat hij of zij zegt?

A
Door de motivatie van het dier hoog te houden
B
Door het dier altijd in een groep te laten optreden
C
Door ongewenst gedrag te bestraffen

Slide 21 - Quiz

Vraag 17:

Welk product in de huid houdt de hoornlaag soepel?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Vraag 18:

Hoe heten de delen met de nummers 2, 3, 4, 5 en 6? Zie de afbeelding van de huid.

Slide 24 - Question ouverte

Vraag 19:

Danny bakt een taart voor zijn vrienden. In de taart gebruikt hij de kruiden nootmuskaat, vanille, peper en zout.
Welk van deze smaken kun je proeven met zintuigen in je tong?

Slide 25 - Question ouverte

Vraag 20: De tekst hieronder moet je gebruiken voor de vragen 21 en 22 .
Joan en Cynthia gaan naar de kermis, waar allerlei attracties op hen wachten.
Ze bezoeken het spookhuis, de achtbaan en nog veel meer. Aan het eind van de dag trakteren ze zichzelf op een grote suikerspin.
In het spookhuis worden hun pupillen klein. Hoe heet deze reactie?

Slide 26 - Question ouverte

Vraag 21:
In het spookhuis voelen ze plotseling een ijskoude draad over hun lijf gaan. De meiden gillen van angst.
Met welke twee zintuigen nemen ze de ijskoude draad waar?

Slide 27 - Question ouverte

Vraag 22:
Wanneer de achtbaan ineens hard naar beneden gaat, dan begint Cynthia te gillen. Joan zegt dat Cynthia dan bang is. Is dit een observatie of een interpretatie van Cynthia's gedrag?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Vraag 23:

Wat is de inwendige prikkel die bij de muis uit de vorige tekst ontbreekt om het doolhof in te gaan?

Slide 30 - Question ouverte

Chimpansees
Chimpansees zijn dol op termieten. Chimpansees eten de termieten door met stokjes in
de termietenheuvel te prikken, waarna ze vervolgens de termieten van het stokje af
likken. Jonge chimpansees leren dit door dit na te doen van hun soortgenoten.

Slide 31 - Diapositive


Vraag 24:
In de vorige dia staat informatie over hoe jonge chimpansees leren door iets na te doen van hun soortgenoten. Welke naam hebben we voor deze manier van leren?

Slide 32 - Question ouverte

Eetgedrag van de Koekoek
Het koekoeksvrouwtje legt haar ei in het nest van de Kleine
Karekiet. Als het koekoeksjong uitgevlogen is eet het o.a. grote
harige rupsen. Door andere vogels worden deze rupsen niet
gegeten. Ze vinden ze kennelijk niet lekker. De koekoek eet deze
harige rupsen wel. Voordat hij de rups in zijn geheel doorslikt,
kneust hij de rups eerst al persend met zijn snavel. Daarna schudt
de koekoek de rups krachtig heen en weer waarna hij de rups op
eet.

Slide 33 - Diapositive

Vraag 25:

Wat kun je over dit eetgedrag van de Koekoek zeggen?
A
Het is aangeboren
B
Het is aangeleerd
C
Je kunt dit uit de gegevens niet opmaken of het aangeboren of aangeleerd is

Slide 34 - Quiz

Vraag 26:

Hoe noemen we een lijst met beschrijvingen van verschillende gedragingen van een dier?

Slide 35 - Question ouverte

Einde van de toets
Lever de toets nu in!!

Slide 36 - Diapositive