Didactiek 2.5.

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 4

Didactiek 2.5.

Vang de bal 

• Wat is een schoolplan?
• Wat is een leerlingvolgsysteem?

Lesdoelen

• De student kent de 6 interactievaardigheden die een onderwijsassistent moeten beheersen
  
• De student weet wat de zone van de naaste ontwikkeling betekent
  
• De student weet dat het aanbieden van gerichte activiteiten de kinderen uitdaagt tot leren 

Paragraaf 3.1.

Welke interactievaardigheden
denk jij als OA te moeten hebben?

Interactievaardigheden

Maak groepjes van 6 en verdeel de onderste 6 interactievaardigheden.

1. Sensitieve responsiviteit
2. Autonomie respecteren
3. Structureren en grenzen stellen
4. Praten en uitleggen
5. Positieve interacties tussen kinderen bevorderen
6. Ontwikkeling stimuleren 

Opdracht: Maak een mindmap

Interactievaardigheid

Wat betekent het?

Geef een voorbeeld uit de praktijk waaruit blijkt dat jullie dit wel of niet beheersen

Leg de vaardigheid in eigen woorden uit

Beheersen jullie deze interactievaardigheid?

Vervolg opdracht

• Jij bent nu de expert over 1 interactievaardigheid.
• Zoek in de groep iemand anders op met dezelfde expertise.
• Bespreek hoe jullie de expertise gaan pitchen.

Pitchen

Stimuleren van ontwikkeling

• Cognitieve ontwikkeling
• Motorische ontwikkeling
• Sociaal-emotionele ontwikkeling
• Creatieve ontwikkeling
• Spel ontwikkeling

Geen eindopdracht

Tussenevaluatie: Feedback vragen en werken aan eindopdrachten:

Week 1	paragraaf 1.2.	energizer
Week 2	Paragraaf 1.3.	Didactische werkvormen
Week 3	Paragraaf 1.4.	Lesvoorbereiden
Week 4	Paragraaf 1.5.	Schoolplan
Week 5	Paragraaf 3.1.	Geen eindopdracht