Uitlegles leerdoel 4

H3 Getallen




Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je laptop dicht op tafel neer.

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H3 Getallen




Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je laptop dicht op tafel neer.

Slide 1 - Diapositive

Opbouw les 
  • Start
  • Vragen huiswerk (leerdoel 1,2 en 3)
  • Uitleg leerdoel 4
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Welke vragen heb je over het huiswerk? 
Noteer alleen het opgave nummer.

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Lineaire formule
Een grafiek is een tekening in een assenstelsel.

Een rechte lijn als grafiek heet een lineaire grafiek

De formule bij zo'n grafiek heet een lineaire formule.

Slide 5 - Diapositive

Lineaire formule
Bij een lineaire formule komt er steeds
hetzelfde aantal bij of af, dit is de stapgrootte.

Dit is in de grafiek te zien als een rechte lijn.

Een lineaire formule is altijd van de vorm:
Uitkomst = beginwaarde +/- stapgrootte x invoer 

Slide 6 - Diapositive

Je hebt al geleerd ..
..  hoe je een formule maakt bij een beschrijving.
..  hoe je een tabel bij een grafiek maakt.

Nu
leren we ...

.. hoe je een formule bij een grafiek maakt.

Slide 7 - Diapositive

Je hebt al geleerd ..
..  hoe je een formule maakt bij een beschrijving.
..  hoe je een tabel bij een grafiek maakt.

Nu
leren we ...

.. hoe je een formule bij een grafiek maakt.
Stap 1   Zoek twee roosterpunten.
           Maak evt. een tabel met deze twee roosterpunten.

tijd (uur)
waterhoogte (cm)

Slide 8 - Diapositive

Je hebt al geleerd ..
..  hoe je een formule maakt bij een beschrijving.
..  hoe je een tabel bij een grafiek maakt.

Nu
leren we ...

.. hoe je een formule bij een grafiek maakt.
Stap 1   Zoek twee roosterpunten.
           Maak een tabel met twee roosterpunten.




Stap 2   Lees de beginwaarde af.
           De grafiek snijdt de verticale as in de oorsprong.
           In de tabel kun je dit zien aan het getal onder 0.
           Beginwaarde = 5
tijd (uur)
0
2
waterhoogte (cm)
5
0

Slide 9 - Diapositive

Je hebt al geleerd ..
..  hoe je een formule maakt bij een beschrijving.
..  hoe je een tabel bij een grafiek maakt.

Nu
leren we ...

.. hoe je een formule bij een grafiek maakt.
Stap 1  Zoek twee roosterpunten.
          Maak een tabel met twee roosterpunten.




Stap 2 Lees de beginwaarde af.
          De grafiek snijdt de verticale as in de oorsprong.
          In de tabel kun je dit zien aan het getal onder 0.
          Beginwaarde = 5

Stap 3 Is de grafiek dalend of stijgend?
         De grafiek is dalend, dus de stapgrootte is negatief.


tijd (uur)
0
2
waterhoogte (cm)
5
0

Slide 10 - Diapositive

Je hebt al geleerd ..
..  hoe je een formule maakt bij een beschrijving.
..  hoe je een tabel bij een grafiek maakt.

Nu
leren we ...

.. hoe je een formule bij een grafiek maakt.
Stap 1  Zoek twee roosterpunten.
          Maak een tabel met twee roosterpunten.




Stap 2 Lees de beginwaarde af.
          De grafiek snijdt de verticale as in de oorsprong.
          In de tabel kun je dit zien aan het getal onder 0.
          Beginwaarde = 5

Stap 3 Is de grafiek dalend of stijgend?
         De grafiek is dalend, dus de stapgrootte is negatief.

Stap 4 Hoeveel stijgt of daalt de grafiek per horizontale               stap van 1?
         Per 2 stappen opzij gaat er 5 cm af, dus:
         Per 1 stap opzij gaat er 2,5 cm af.
         Stapgrootte = - 2,5

tijd (uur)
0
2
waterhoogte (cm)
5
0

Slide 11 - Diapositive

Je hebt al geleerd ..
..  hoe je een formule maakt bij een beschrijving.
..  hoe je een tabel bij een grafiek maakt.

Nu
leren we ...

.. hoe je een formule bij een grafiek maakt.
Stap 1   Zoek twee roosterpunten.
           Maak een tabel met twee roosterpunten.



Stap 2   Lees de beginwaarde af.
           De grafiek snijdt de verticale as in de oorsprong.
           In de tabel kun je dit zien aan het getal onder 0.
           Beginwaarde = 5
Stap 3  Is de grafiek dalend of stijgend?
           De grafiek is dalend, dus de stapgrootte is negatief.
Stap 4  Hoeveel stijgt of daalt de grafiek per horizontale              stap van 1?
          Per 2 stappen opzij gaat er 5 cm af, dus:
          Per 1 stap opzij gaat er 2,5 cm af.
          Stapgrootte = - 2,5
Stap 5  Maak de formule.  
          Geef je antwoord in de volgende slide.
tijd (uur)
0
2
waterhoogte (cm)
5
0

Slide 12 - Diapositive

Formule bij een lineaire grafiek opstellen
Stap 1   Maak een tabel bij de grafiek. Vul hierin twee roosterpunten.
Stap 2   Lees de beginwaarde of startgetal af.

Stap 3  Is de grafiek een stijgende of dalende lijn?
Stap 4  Hoeveel stijgt of daalt de grafiek per horizontale stap van 1? 
          Dit noemen wij de stapgrootte of hellingsgetal.

Stap 5 Maak de formule
          Vervang de onderstaande woorden voor wat je nu weet.


Op welke punt raakt de grafiek de verticale as?

Grootheid verticale as = beginwaarde +/- stapgrootte x grootheid horizontale as 

Slide 13 - Diapositive


Wat is de beginwaarde of startgetal van de grafiek hiernaast?
Y
X
A
-1
B
0
C
1
D
2

Slide 14 - Quiz


Wat is de stapgrootte of hellingsgetal van de grafiek hiernaast?
(zet eventueel 2 roosterpunten in een tabel)
Y
X
A
21
B
1
C
21
D
2

Slide 15 - Quiz


Welke formule hoort bij de grafiek hiernaast?
Y
X
A
Y=1+21X
B
Y=21X+1
C
Y=21X
D
Y=1+21X

Slide 16 - Quiz

X
Y

Slide 17 - Diapositive


Ik kan formules opstellen bij grafieken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 


Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!


Ondersteunend: 27, O28, 28, O30, 30, 31
Doorlopend: 27, 28, 29, 30, 31
Uitdagend: 28, 29, 30, 31, U6

Slide 19 - Diapositive

De paardensprong
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Welk woord staat hier?
e
r
l
i
n
s
a
i

Slide 20 - Question de remorquage

ie
a
c
u
l
d
y
s
c
timer
0:30
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
A
B

Slide 21 - Question de remorquage