Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Jongerentaal en nieuwe taal leerjaar 2
Slide 1 - Diapositive
Goedemiddag allemaal,
Op je tafel leg je klaar : tablet, boek en schrift, pen en bibliotheekboek/leesboek
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel:
Aan het eind van deze les kan ik omschrijven wat jongerentaal is en uitleggen hoe taal verandert.
Slide 3 - Diapositive
Even herhalen
Wat weet ik van taal?
Waarom is taal zo belangrijk?
???
Slide 4 - Diapositive
Jongerentaal
Taal van jongeren die afwijkt (anders is) dan de standaardtaal. In jongerentaal ontstaan vaak nieuwe woorden door leenwoorden. We lenen veel woorden uit het Surinaams, Turks of Engels.
Slide 5 - Diapositive
Hoe ontstaan nieuwe woorden?
Afleiding: woorden worden gemaakt van een ander woord
Samenstelling: woorden worden gevormd door 2 of meer bestaande woorden aan elkaar te plakken
Nieuwe betekenis: bestaande woorden krijgen een nieuwe betekenis
Slide 6 - Diapositive
Hoe ontstaan nieuwe woorden?
Nieuwvorming: woorden zijn zelfbedacht
Leenwoord: woorden worden overgenomen(geleend) uit een andere taal. We lenen veel uit de Engelse en Franse taal.
Er zijn dus 5 manieren waarop nieuwe woorden ontstaan
Slide 7 - Diapositive
Taal verandert
De wereld om ons heen verandert en dit geldt ook voor onze taal.
Sommige woorden gebruiken we niet meer, omdat ze ouderwets zijn, maar er komen ook nieuwe woorden bij.
Nieuwe woorden noemen we neologismen.
Slide 8 - Diapositive
Neologismen
Neologismen zijn trendgevoelig. Dat betekent dat mensen de nieuwe woorden maar voor een korte tijd gebruiken.
Wordt het woord wel langer gebruikt, dan komt het woord in het woordenboek.