Conflicthantering

Conflicthantering
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Conflicthantering

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Na de les:
  • Kun je de verschillende soorten conflicten benoemen, uitleggen en herkennen.
  • Kun je (minimaal 2) oorzaken van conflicten benoemen.
  • Kun je verschillende conflicthanteringstijlen benoemen, uitleggen en herkennen.
  • Ben je je bewust van je eigen conflicthanteringsstijl.

Tijdens de les word je in de gelegenheid gesteld om te oefenen met de verschillende conflicthanteringstijlen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een conflict?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

CONFLICT
-Een conflict is: een botsing, strijd, verschil van mening.
-Een conflict is een situatie waarin (meestal) twee of meer mensen uiteenlopende of tegengestelde belangen, behoeften, zienswijzen of verwachtingen hebben. 


-Ruzie is een situatie of verschijnsel waarbij een meningsverschil of conflict tussen mensen escaleert.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat een conflict?
  • Als mensen niet naar elkaar luisteren
  • Er is sprake van een onderliggend probleem
  • Je kijkt enkel vanuit je eigen perspectief / jouw eigen subjectieve beleving
  • Als er onderscheid gemaakt wordt tussen groepen/ verschillende partijen

  

Slide 6 - Diapositive

vb. conflict met een collega die zijn taken niet deed. Verslaglegging na huisbezoek 2e keer) onderliggend probleem; sprake van problemen in de relationele sfeer.
Dienstauto, Mina; zij keek alleen vanuit eigen perspectief. was al 2e keer in korte tijd.
Individueel (5 min.)
Zoek op internet naar:

-Welke (4) conflict vormen zijn er?

-Noem een concreet voorbeeld hierbij.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conflicten zijn er op verschillende manieren / vormen:
  • Sociaal-emotioneel conflict: gaat over waarden, normen, vertrouwen, respect. Hoe ga je met elkaar om? bijv. over elkaars eigenschappen. (leugentje)
  • Belangenconflict: 'ik wil vrij van werk tijdens de ramadan.'
  • Persoonlijk conflict: 'Ik wil wel/niet stoppen met roken'.
  • Instrumenteel conflict: inhoudelijk: bijv. hoe ga je met de doelgroep om of de taakverdeling.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geboren als meisje, maar je een jongen voelen. 
Je vertrouwt je vriendin niet meer. 
Je bent het niet eens met hoe er gewerkt wordt. 
Vrij tijdens Pasen. 
Relationeel conflict
Belangenconflict
Persoonlijk conflict
Instrumenteel conflict

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

na een minuut of 4 is het wel duidelijk (het gaat van kwaad tot erger)
Wanneer was jouw laatste conflict?
-Waar ging het over?
-Met wie?
-Op welke 'conflictvorm' had dit betrekking?
Sociaal-emotioneel conflict:   Hoe ga je met elkaar om? bijv. over elkaars eigenschappen.
Belangenconflict: 'ik wil vrij van werk tijdens de ramadan.'
Persoonlijk conflict: 'Ik wil wel/niet stoppen met roken'.
Instrumenteel conflict: taakverdeling / doelgroepbenadering

Slide 11 - Diapositive

vb. conflict met een collega die zijn taken niet deed. Verslaglegging na huisbezoek 2e keer) onderliggend probleem; sprake van problemen in de relationele sfeer.
Dienstauto, Mina; zij keek alleen vanuit eigen perspectief. was al 2e keer in korte tijd.
Conflicthanteringsstijlen
Ieder mens heeft een voorkeur in het omgaan met conflicten. De een is erg dominant en wiI zijn/haar zin doordrijven, de ander geeft snel toe aan de wens van de ander en cijfert zichzelf weg.

We kennen 5 verschillende conflicthanteringsstijlen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ken Thomas en Ralph Kilmann:

-2 wetenschappers
-In 1974 het conflict-model ontwikkelt: 5 conflictstijlen

-Zij hebben een model ontwikkeld wat inzicht geeft in de verschillende conflictstijlen om met een conflict om te gaan.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld van de 5 conflictstijlen

  1. Doordrukken : De taart is van mij en blijft van mij.
  2. Toegeven: Jij mag de taart hebben.
  3. Compromis: Allebei een halve taart?
  4. Samenwerken: Waarom is die taart belangrijk voor je?
  5. Vermijden: Welke taart, waar heb je het over?



Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Test jezelf
Welke 'stijl' past het best bij jou denk je?

Check of jouw voorspelling klopt en maak de conflicthanteringstest via deze link: 
https://www.123test.com/nl/conflict/#its123-testAnchor




Slide 17 - Diapositive

controversiële strandpunten: iets wat gevoelig ligt, veel weerstand oproept, veel meningsverschillen: bijv. mensen die ongezond leven mogen geen organen ontvangen. Of iemand met een uitkering moet vrijwilligerswerk doen. CHAT GPT moet verboden worden. Telefoon uit de klas.
Test conflicthanteringstijl
Doe de test. 
Kopieer de uitslag en sla deze op als 'word' bestand.

Slide 18 - Diapositive

Verschil tussen emotioneel (gevoel) en rationeel (feiten)
Professioneel of prive
vb: boete boswachter
dochter: wil geld carnaval, zusje krijgt heel veel..

Slide 19 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmpje kijken
We gaan nu een film kijken waarin de verschillende conflict hanteringsstijlen voorbij komen. 

Let op wat je ziet in het filmpje, let ook op non-verbale signalen!
Gebruik eventueel pen en papier:)

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

in 3 tallen aan de slag:
-Bespreek een conflict met elkaar. Of uit je eigen ervaringen of uit de ervaringen op stage; 
-Geef van te voren aan welke conflicthanteringsstijl je gaat gebruiken. 2 gaan het 'conflict aan' en gebruiken hierbij ieder een andere 'stijl'. Gebruik (eventueel) de uitslag van je eigen test. de 3e persoon observeert en noteert. Wat valt op? Welk gedrag zie je? ((non) verbaal) Past dit bij de gebruikte 'conflicthanteringsstijl'? 
-Tijd over? wisselen van personen en 'stijlen'.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Na de les:
  • Kun je de verschillende soorten conflicten benoemen, uitleggen en herkennen.
  • Kun je (minimaal 2) oorzaken van conflicten benoemen.
  • Kun je verschillende conflicthanteringstijlen benoemen, uitleggen en herkennen.
  • Ben je je bewust van je eigen conflicthanteringsstijl(en).

Tijdens de les word je in de gelegenheid gesteld om te oefenen met de verschillende conflicthanteringstijlen.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EINDE LES OVER CONFLICTHANTERING!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft er afgelopen week een conflict ervaren of gezien? 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

tot 2.30 min kijken, dan de vraag in de volgende slide stellen
Wat kan een voordeel zijn als je weet hoe je eigen conflicthateringstijl is in een conflictsituatie?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

tips bij conflicten
Wees open en eerlijk, stel vragen aan de ander en luister goed naar het antwoord. Bij een conflict hebt je te maken met emoties. Als je op een goede manier om wilt gaan met een conflict moet je proberen om je op de feiten te richten. Neem verantwoording voor je eigen gedrag.  Zeg bijvoorbeeld niet: “Andere collega’s vinden dat ook”, maar vertel wat jij er zelf van vindt. Vermijd ook zinnen als: “dat is niet zo”, “dat lieg je”, “dat zie je verkeerd”. Hierdoor kom je niet tot een gesprek. Val de ander niet in de rede. Speel nooit op de persoon. Laat jouw vooroordelen en aannames over de ander varen.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Escalatieladder
De escalatieladder maakt de stappen van een conflict zichtbaar. Onderaan de ladder staat een gewone dagelijkse discussie en bovenaan een échte ruzie. Soms is een verkeerde opmerking al genoeg om een stijging op de ladder te veroorzaken. Door excuses, oprechte interesse en verduidelijking kan je het conflict al sussen en veroorzaak je wellicht een daling op de ladder

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fases 
Relationele fase = meningsverschil, beiden op zoek naar een oplossing, herstellen van de relatie belangrijk.
Emotionele fase = redelijkheid is weg, emotie neemt de overhand, eigen 'ik' eerst.
Vechtfase = niet meer samen door één deur kunnen, gericht op de persoon.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel: Studenten herkennen de verschillende niveaus van escalatie en oefenen in het de-escaleren van een conflict.
Uitvoering:
Groepsverdeling: Verdeel de studenten in groepen van 3-4 personen.
Casusverdeling: Geef elke groep een korte conflictsituatie (bijv. een ruzie tussen collega’s, een cliënt die boos is op een hulpverlener, een conflict tussen twee buurtbewoners).
Escaleren & De-escaleren:
De groep maakt een rollenspel waarin het conflict stap voor stap escaleert, waarbij ze de niveaus van de escalatieladder doorlopen.
Vervolgens herspelen ze de situatie, maar proberen ze het conflict op een lager niveau te houden of te de-escaleren.
Reflectie:
Wat waren de signalen van escalatie?
Welke acties hielpen om het conflict te beheersen?
Wat hebben ze geleerd voor de praktijk?
Presentatie: Elke groep laat (een deel van) hun rollenspel zien en bespreekt de aanpak met de klas.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 
Je wilde je vriend of vriendin verassen met een gezellig avondje. Hij/zij gaf aan om 19:00 uur terug te zijn.
 Je zit klaar met kaarsjes, Netflix en een flesje wijn. 
Zonder enig bericht komt hij/zij om 23:00 uur binnen. 

Welke conflicthantering gebruik je?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk conflicthantering gebruik je?

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 1: Een leerling heeft zijn huiswerk niet gemaakt. De docent wilt consequenties trekken maar doet dit niet nadat de leerling een argument geeft dat hij/zij het niet heeft kunnen maken door een lekke band.
Doordrukken
Toegeven
Vermijden
Samenwerken
Compromis zoeken

Slide 41 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 2: Een leerling heeft zijn huiswerk niet gemaakt. De docent vraagt hoe het komt dat zijn huiswerk niet af is. De docent vraagt vervolgens hoe hij/zij de leerling in de toekomst hiermee kan helpen.
Doordrukken
Toegeven
Vermijden
Samenwerken
Compromis zoeken

Slide 42 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 3: Twee leerlingen lopen met elkaar te klooien en leiden hierdoor de klas af. De docent besluit de twee leerlingen uit elkaar te zetten en tolereert geen weerwoord.
Doordrukken
Toegeven
Vermijden
Samenwerken
Compromis zoeken

Slide 43 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 4: Een leerling wordt lastiggevallen door een andere leerling. De docent wilt het conflict niet aangaan en zegt hier vervolgens niks van.
Doordrukken
Toegeven
Vermijden
Samenwerken
Compromis zoeken

Slide 44 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 5: Een leerling is niet aan het opletten tijdens de uitleg, en zit de rest een beetje te irriteren. De docent besluit vervolgens dat de leerling niet perse hoeft op te letten maar dat die leerling ook niet de rest hierdoor moet afleiden.
Doordrukken
Toegeven
Vermijden
Samenwerken
Compromis zoeken

Slide 45 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions