Les 1 periode 2 voeding

Voeding
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voeding

Slide 1 - Diapositive

Hoe krijgt jouw lichaam energie om iets te doen?
A
Lichaamsbeweging
B
Voeding
C
Niet roken en drinken
D
sociale contacten

Slide 2 - Quiz

Wat zit er dan in voeding wat maakt dat jij energie krijgt?

Slide 3 - Carte mentale

De schijf van 5

Slide 4 - Diapositive

Body mass index
 Is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. 

De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.

Slide 5 - Diapositive

Vanaf wanneer spreken we van een te hoge BMI? of overgewicht?
A
BMI hoger dan 15
B
BMI hoger dan 20
C
BMI hoger dan 25
D
BMI hoger dan 30

Slide 6 - Quiz

Waarom moet men naast gekookte ook rauwe groente eten?
A
Omdat dat lekker is
B
koken krijg je 30 tot 50% vitamineverlies
C
Koken is niet gezond
D
Gekookte groente is moeilijker te eten

Slide 7 - Quiz

Wat zit er in vet vlees waardoor je aderen kunnen dichtslibben?
A
Onverzadigd vet
B
Koolhydraten
C
Foliumzuur
D
Verzadigd vet

Slide 8 - Quiz

Wat zit er vooral veel in mager vlees?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
D
ijzer

Slide 9 - Quiz

Wat zit er niet in vlees en wel in groente dat heel belangrijk is?
A
Mineralen
B
vitamines
C
vezels
D
ijzer

Slide 10 - Quiz

Waarom zijn vezels belangrijk?

Slide 11 - Carte mentale

Door leuke dingen te doen gaat welk hormoon vooral zijn werk doen?
A
adrenaline
B
nor adrenaline
C
insuline
D
endorfine

Slide 12 - Quiz

Kan je door te eten ook endorfine aanmaken?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Welk orgaan is verantwoordelijk voor de afbraak van suiker?
A
Lever
B
Nieren
C
Alvleesklier
D
Dikke darm

Slide 14 - Quiz

Wat als dat orgaan niet meer 'goed' werkt, wat heb je dan?

Slide 15 - Carte mentale

Om af te vallen is welke activiteit het beste om te doen?
A
Hardlopen
B
Spierversterkende oefeningen
C
Spinning
D
Voetballen

Slide 16 - Quiz

Wat is hypertensie?
A
te hoog bloedsuikergehalte
B
te hoge bloeddruk
C
te hoog cholesterol
D
vitamineoverschot

Slide 17 - Quiz

Wat kun je doen om hoge bloeddruk te verminderen?
A
elke dag 3 uur sporten
B
Stress verminderen
C
Wat meer zout aan eten toevoegen
D
6x per dag eten

Slide 18 - Quiz