Hoe vind je de persoonsvorm?

Hoe vind je de persoonsvorm?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen leerlingen de persoonsvorm vinden op twee manieren en hebben ze geoefend met drie oefeningen.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.
Wat weet je al over het vinden van de persoonsvorm?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat aangeeft wie of wat de handeling uitvoert.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat de persoonsvorm is en geef enkele voorbeelden.
Manier 1: Vraagwoord
De persoonsvorm staat altijd voor het onderwerp van de zin. Vraag wie of wat er iets doet in de zin om de persoonsvorm te vinden.

Slide 5 - Diapositive

Leg de eerste manier uit om de persoonsvorm te vinden.
Oefening 1
Vind de persoonsvorm in de volgende zin: 'Ik fiets graag naar school.'

Slide 6 - Diapositive

Geef de leerlingen de tijd om na te denken en eventueel met elkaar te overleggen.
Manier 2: Infinitief
De persoonsvorm staat altijd voor het onderwerp van de zin. Zoek naar het werkwoord dat niet in de infinitief staat.

Slide 7 - Diapositive

Leg de tweede manier uit om de persoonsvorm te vinden.
Oefening 2
Vind de persoonsvorm in de volgende zin: 'Morgen ga ik naar de stad om te winkelen.'

Slide 8 - Diapositive

Geef de leerlingen de tijd om na te denken en eventueel met elkaar te overleggen.
Oefening 3
Vind de persoonsvorm in de volgende zin: 'De hond blaft naar de maan.'

Slide 9 - Diapositive

Geef de leerlingen de tijd om na te denken en eventueel met elkaar te overleggen. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.