Begeleiden zorgvrager les 4

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Begeleiden zorgvrager les 4

Lesdoel Les 3 en les 4

Je kunt uitleggen wat ondersteunings-en begeleidingsmethodieken zijn en hoe je deze kunt inzetten bij de begeleiding van zorgvragers. 

Je kent de begrippen intrinsieke en extrinsieke motivatie;
Je weet wanneer je humor kan inzetten en wanneer niet;

Programma vandaag

• Theorie zelfstandig doornemen
• Presentaties  kennisclips+ elkaar feedback geven
• Behandelen theorie

neem door uit de theorie

Module 3, paragraaf 1.2 ondersteunings-en begeleidingsmethodieken

Presentaties kennisclips

Begeleidingsmethodieken: 

Triple-C, Oplossingsgericht werken, Reminiscentie, Persoonsgerichte zorg, belevingsgerichte zorg en bewegingsgerichte zorg. 

Geef feedback op elkaars kennisclips

Vertel je wat iemand gaat leren;

Waarom iemand dit gaat leren;

Je geeft uitleg over de begeleidingsmethodiek.

Je zegt /laat zien op welke pagina/boek  je je informatie hebt gevonden

Jullie clip duurt ongeveer 6 minuten (minimaal 4, maximaal 8 minuten). - 

neem door uit de theorie (6blz)

Module 3, paragraaf 1.2.2 begeleiden zonder zorgvraag
                      Paragraaf 1.2.3 Humor gebruiken in de zorg

                      Paragraaf 1.3 Beïnvloedende factoren bij begeleiden

                      Paragraaf 1.4 begeleiden afstemmen op zelfredzaamheid en zelfmanagement

Welke positieve kanten zijn er als je humor gebruikt in de begeleiding?

Positieve kanten

lachen werkt pijnstillend; 

het ontspant lichaam en geest; 

het helpt zorgvragers om te gaan met angsten en problemen te relativeren; 

het kan het ijs breken; 

contact tussen mensen aanmoedigen; 

gezamenlijk lachen draagt bij aan een goede sfeer in de groep;  

een zorgvrager die moet lachen, kan onmogelijk boos of agressief zijn. 

Welke aandachtspunten zijn er als je humor gebruikt in de begeleiding?

Aandachtspunten

- tast het gevoel voor humor van de zorgvrager af, niet iedere zorgvrager kan een grap waarderen; 

- pas op dat andere zorgvragers geen last hebben van jouw humoristische interventie; 
- pas je humor aan aan het cognitieve vermogen van de zorgvrager, zorg ervoor dat de zorgvrager jouw grappen begrijpt; 

- wees voorzichtig met humor bij psychiatrische zorgvragers;

- zorg ervoor dat de zorgvrager weet dat hij ook met serieuze zaken bij jou terecht kan; 

- let op je timing; maak geen grappen bij iemand die net slecht nieuws heeft gekregen; 

maak geen verkeerde (racistische of seksistische) grappen.

Is de gekozen begeleidingsmethodiek doeltreffend? 

Beïnvloedende factoren:

- Motivatie van de zorgvrager; 

- Rol van de naasten en mantelverzorgers; 

- motivatie van de verzorgende; 

- connectie tussen de zorgvrager en de verzorgende

Motivatie

Motivatie is de prikkel die ervoor zorgt dat de zorgvrager iets doet of juist laat. 

Intrinsieke motivatie, dit is de motivatie die vanuit de zorgvrager zelf komt. 

Extrinsieke motivatie, alles wat niet uit de zorgvrager zelf komt maar hem wel motiveert tot bepaald gedrag.

Het verschil

Motivatie is de prikkel die ervoor zorgt dat de zorgvrager iets doet of juist laat. 

Voorbeelden van intrinsieke motivatie in de klas:

Nieuwsgierigheid: Een leerling verdiept zich extra in een biologisch onderwerp omdat hij het fascinerend vindt hoe het menselijk lichaam werkt.

Persoonlijke groei: Een student wil zijn taalvaardigheid verbeteren omdat hij trots is als hij een goede presentatie kan geven.

Uitdaging aangaan: Een leerling kiest vrijwillig voor een moeilijkere wiskundeopdracht omdat hij zichzelf wil testen en beter wil worden.

Voorbeelden van extrinsieke motivatie in de klas:

Cijfergericht: Een leerling leert hard voor een toets omdat hij een hoog cijfer wil halen voor zijn rapport.

Beloning: Een docent beloont de klas met extra vrije tijd als iedereen zijn opdrachten op tijd af heeft.

Straf vermijden: Een student werkt aan zijn groepsproject om geen negatieve feedback van de docent te krijgen.

Ga aan de slag:
Verwerkingsopdrachten: 

Module 3: Verwerkingsopdrachten 'Goed begeleiden' (1 t/m 6)

+ stellingen 1 t/m 10