geloof en cultuur 2

• horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

2

Geloof &

cultuur

christendom

islam

boeddisme

hindoeïsme

voedsel

in veel geloven zijn er regels voor wat je mag eten en drinken. 

Deze verschillen per geloof. 

drugs en alcohol wordt overal als slecht gezien.

christendom

 bijbel

mag eigenlijk alles eten. 

vasten- 40 dagen (zondag normaal eten)

 1 normale maaltijd per dag, verder alleen drinken.

klaar met pasen

Islam

koran

rein vlees  = ritueel geslacht, geen varken

ramadan - de 9e maand van de Islamitische kalender

eten en drinken wanneer de zon onder is gegaan

jodendom

koosjer - rein eten

vlees en zuivel(melk/kaas) hebben eigen stuk in de keuken

boeddhisme

het kwaad te vermijden, het goede te doen en zichzelf te ontwikkelen door meditatie. 

gelooft in reïncarnatie( opnieuw geboren worden)

meerdere boeken

vasten niet verplicht, monniken doen het bij een nieuwe en volle maan 

Hindoeïsme

meerdere boeken en goden

Reïncarnatie: het voortleven van je ziel in een ander mens of dier.

vaak vegetarisch( geen vlees of vis)

koe is heilig en mag nooit gegeten worden.

geen vaste dagen, zuiveren lichaam en ziel

welke verschillen met jou cultuur heb je gezien?

Maak een presentatie

open de presentatie van vorige week. Hier gaan we deze week in verder

** sla deze goed op. hier ga je volgende week mee verder. 

opdracht 1

1. open powerpoint, kies een mooi uitlerlijk ==> maken
2. typ op slide 4: Wat mag je wel eten, wat mag je niet eten?
3. open slide 5: beschrijf hier wat je eet tijdens het vasten.
4. open slide 6: Welke regels zijn er voor het dragen van kleding? Voor een man en voor vrouw/ 
   

Voorbeeld

Voorbeeld

Voorbeeld

Appelflap

Je gaat een appelflap maken voor deze les. 

Hier ben je max 20min mee bezig. 

Denk dus aan je tempo!

voorbereiding

we gaan 2 appelflappen maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

Stap 1

leg het bakpapier klaar op de bakplaat. 

stap 2

Leg het bakpapier op je bakplaat. 

Laat het bladerdeeg hierop ontdooien. 

uitvoeren

je gaat nu de pannenkoek maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

stap 1

Verwarm de oven op 200 graden. 

Stap 2

schil de appeln. 

Snij dunne plakken (0,4 cm) van de appel. 

Stap 3

Snij dunne repen van de plakken. Zorg dat deze even dik zijn.

Stap 4

Snij blokjes van de appel. Dit heet brunoise. 

Stap 5

Doe in de bekken 1 eetlepel suiker, 20 gram rozijnen en 1/2 theelelepel kaneel 

Stap 6

Doe de gesneden appel bij het suikermengsel en roer door. 

Stap 7

Verdeel het mengsel in het midden van het bladerdeeg. 

Stap 8

Pak de kwast. 

Smeer de randen van het bladerdeeg in met water. 

Stap 9

Vouw de appelflappen dicht. Je maakt hierbij een driehoek.

Verwijder nu het plastic.

Stap 10

Pak de vork. Druk de randen van het bladerdeeg dicht. 

Stap 11

Pak de kwast. Doop deze in het water. 

Besmeer de bovenkant van de appelflap. 

Stap 12

strooi 1 eetlepel suiker over de ingesmeerde kant. 

let het dan op het bakpapier. 

Stap 13

Doe de bakplaat in de oven. Zet een timer van 15 min.

Stap 14

Doe een ovenwant aan. 

Haal de bakplaat uit de oven en laat het 10 min afkoelen. 

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Wat is brunoise?

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Super, je bent bij het einde, tot volgende week!

Super, je bent bij het einde, tot volgende week!