Grammatica pv tot en met bwb herhaling
1 / 32
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe gaat het met je vandaag?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat is het onderwerp in de zin:
Onze tante geeft een koekje aan de hond?
Onze tante geeft een koekje aan de hond?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het onderwerp in de zin?
Zijn collectie platen heeft mijn opa aan mijn neef gegeven.
Zijn collectie platen heeft mijn opa aan mijn neef gegeven.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin:
Ik was mijn band aan het plakken.
Ik was mijn band aan het plakken.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het wg in de volgende zin?
Dit jaar gaan we naar een camping aan het Gardameer.
Dit jaar gaan we naar een camping aan het Gardameer.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat is het lijdend voorwerp?
De burgemeester overhandigde Kees een presentje voor zijn heldendaad.
De burgemeester overhandigde Kees een presentje voor zijn heldendaad.
Slide 21 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp?
De bakker negeert de bedelende hond.
De bakker negeert de bedelende hond.
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Wat is het meewerkend voorwerp?
Wij hebben de opbrengst van de actie aan Kikia geschonken.
Wij hebben de opbrengst van de actie aan Kikia geschonken.
Slide 26 - Question ouverte
Wat is het meewerkend voorwerp?
Wil jij limonade voor mij inschenken?
Wil jij limonade voor mij inschenken?
