P2 week 3 les 4 en 5 Hst 1 Talent

T H 2 M
12 november
Welkom!

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

T H 2 M
12 november
Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Docent

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht leestekens en hoofdletters

  1. weet je wel hoeveel geld dat is vroeg paula
  2. s morgens doen we frans en duits s middags doen we wiskunde en bio
  3. het is al vroeg donker want de wintertijd is ingegaan

Slide 3 - Diapositive

Startopdracht leestekens en hoofdletters

  1. "Weet je wel hoeveel geld dat is?" vroeg Paula.
  2. 's Morgens doen we Frans en Duits, 's middags doen we wiskunde en bio.
  3. Het is al vroeg donker, want de wintertijd is ingegaan.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel deze week

  • Je kent de kenmerken van een fabel
  • Je schrijft zelf een fabel
  • Je kent spellingregels over samenstellingen en hoofdletters

Fabelreader: neem deze iedere les mee!

     

    Slide 5 - Diapositive

    Spelling
    Hoofdletters, samenstellingen en leestekens

    Talent: Spelling Hst. 1.9, Hst. 2.9 en Hst. 3.9

    Slide 6 - Diapositive

    Aan elkaar schrijven
    • samenstellingen schrijven we in het Nederlands aan elkaar
    • feest & nummer => feestnummer
    • tattoo & shop => tattooshop
    • telefoon & hoesje => telefoonhoesje
    • dorp & plein => dorpsplein / dorpsstraat
    • dus soms een 's' toevoegen

    Slide 7 - Diapositive

    Hoofdletters
    • begin van de zin 
    • maar: 's Morgens...
    • bij namen 
    • mevrouw Harris; de Lek; Eiffeltoren
    • bijv.nw die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid 
    • Belgische bonbons, Zwitserse klokken

    Slide 8 - Diapositive

    Ik wil dat je .... (noteer het woord dat nu gezegd wordt)

    Slide 9 - Question ouverte

    Ik zag dat hij zijn handschoenen .... (noteer het woord dat gezegd wordt)

    Slide 10 - Question ouverte

    Hij vindt dat .... (noteer het woord dat gezegd wordt)

    Slide 11 - Question ouverte

    Huiswerk bespreken
    • Pag. 18 t/m 23 tekstblokken lezen en opdrachten 9 t/m 12 maken




    Slide 12 - Diapositive

    Fabel schrijven (opdr. 14)

    Slide 13 - Diapositive

    Kenmerken van fabel
    • Dieren spelen hoofdrol : ze denken, praten, handelen als mensen
    • Duidelijke moraal of les
    • Kort, lineair (geen tijdsprongen/flashbacks); Tijdloos
    • Lijkt op sprookjes; Personaal perspectief
    • Personages met contrasten
    • Poëtisch taalgebruik (mooie woorden / vergelijkingen / bijvoeglijke naamwoorden / plechtige woorden)






    Slide 14 - Diapositive

    Schrijf een eigen fabel
    • Kies een wijze les: noteer die in je schrift
    • Kies de personages en hun eigenschappen: noteer die in je schrift
    • Let op dialogen (aanhalingstekens!)
    • Lees het stappenplan bij opdracht 14
    • Schrijf in Test Correct
    timer
    30:00

    Slide 15 - Diapositive

    T H 2 M
    13 november
    Welkom!

    Slide 16 - Diapositive

    Docent

    Slide 17 - Diapositive

    Zelfstandig werken
    1.  Schrijf je naam op de lijst als je je fabel al af hebt
    2. Lezen in je leesboek
    3. Fabel afschrijven

    Hierna: uitleg leesvaardigheid

    Slide 18 - Diapositive

    Uitleg leesvaardigheid 
    Herhaling klas 1

    Slide 19 - Diapositive

    Waar of niet waar?
    1. Je leest in je agenda welke stof je moet leren voor een proefwerk. Je leest zoekend. 
    2. Elke alinea gaat over een ander deelonderwerp.
    3. Ondertussen is een voorbeeld van een opsommend tekstverband. 
    4. Met andere woorden is een voorbeeld van een uitleggend tekstverband. 

    Slide 20 - Diapositive

     Theorie leesvaardigheid klas 1
    • Het onderwerp van een tekst bepalen
    • Leesstrategieën: Globaal/verkennend, nauwkeurig, zoekend en studerend lezen 
    • Deelonderwerp van een alinea bepalen
    • Hoofdgedachte van een tekst bepalen
    • Inleiding en het slot van een tekst herkennen.
    • Tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
    • Tekstdoelen in een tekst herkennen
    • Informatie uit illustraties en tabellen duiden

    Slide 21 - Diapositive

    Lees aandachtig pag. 231-232 van Talent 

    klaar? Lees de blauwe theorieblokken
     vanaf pag. 21 (H1.3, Lezen) 

    timer
    3:00

    Slide 22 - Diapositive

    Schrijf op in je schrift:
    1. Drie signaalwoorden voor opsommend verband zijn:
    2. Twee signaalwoorden voor tegenstellend verband zijn:
    3. Een zin met een redengevend verband;
    4. Een zin met een signaalwoord voor een conclusie;

    5. Een advertentie heeft als tekstdoel:....  (informeren activeren-overtuigen-amuseren)
    6. Een tekst over de geschiedenis van de democratie heeft als tekstdoel:.... (informeren activeren-overtuigen-amuseren)

    Slide 23 - Diapositive

    Zelfstandig werken (in Plenda, 19-11)

    • Opdrachten 5, 6 en 7 uit Talent maken, par. 1.3
    • Leer blauwe theorieblokken van par. 1.3

    • Meenemen: boek van Talent en schrift en computer 
    • Volgende les ontvang je je reader van Leesvaardigheid

    Slide 24 - Diapositive