6.1 - Bloed (GTL4)

Thema 6 Transport
GTL 4
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 6 Transport
GTL 4

Slide 1 - Diapositive

Thema 6 - Transport
6.1 - Bloed
6.2 - De bloedsomloop en het hart
6.3 - De bloedvaten
6.4 - Hart- en vaatziekten
6.5 - Weefselvloeistof en lymfe

Slide 2 - Diapositive

6.1 - Bloed
GTL 4

Slide 3 - Diapositive

Doelen van deze paragraaf
Je kan benoemen uit welke onderdelen het bloed van een mens bestaat
Je kan de kenmerken en taken van de verschillende onderdelen benoemen
Je kan omschrijven wat er gebeurt bij een patiënt met leukemie

Slide 4 - Diapositive

Samenstelling
Bloedplasma (eiwitten, water, opgeloste stoffen)
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Rode bloedcellen

Slide 5 - Diapositive

Bloedplasma
eiwitten: o.a. fibrinogeen

Opgeloste stoffen: zuurstof (weinig), voedingsstoffen, koolstofdioxide, andere afvalstoffen

Slide 6 - Diapositive

Rode bloedcellen
Vervoeren zuurstof (hemoglobine)
Hebben GEEN celkern



5 miljoen/mm² bloed

Slide 7 - Diapositive

Witte bloedcellen
(Leukocyten) Gemaakt in beenmerg
Rol bij verdediging tegen ziekteverwekkers
Geen vaste vorm, kunnen hierdoor door de wanden van bloedvaten

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Witte bloedcellen
Leukemie 
Kanker in beenmerg
hierdoor ontstaan
Onrijpe witte bloedcellen

weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 10 - Diapositive

Bloedplaatjes
Geen cellen, maar  delen van uiteengevallen cellen
300.000/mm²

Helpen bij bloedstolling -> bloed buiten bloedvaten 'verhard' door stof uit bloedplaatjes

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Vragen?

Slide 13 - Diapositive

Wat is de taak van rode bloedcellen?
A
Ze vervoeren zuurstof
B
Ze vervoeren suikers
C
Ze maken ziekteverwekkers dood
D
Ze geven bloed een witte kleur

Slide 14 - Quiz

Rode bloedcellen hebben celkernen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Welke uitspraak over witte bloedcellen klopt niet?
A
Kunnen door de kleinste bloedvaten heen
B
Behoren tot het immuunsysteem
C
Etter en pus zijn dode witte bloedcellen en ziekte verwekkers
D
Blijven leven na het bestrijden van virussen

Slide 16 - Quiz

Wat is de taak van witte bloedcellen?
A
vervoeren zuurstof
B
vervoeren afvalstoffen
C
doen niks
D
maken ziekteverwekkende stoffen onschadelijk

Slide 17 - Quiz

Wat doen de bloedplaatjes
A
Helpen bij de bloedstolling
B
Zorgen ervoor dat je bloed zuurstof kan vervoeren
C
Vervoeren bepaalde vetten
D
maken ziekteverwekkers kapot

Slide 18 - Quiz

Welk onderdeel van het bloed wordt bij leukemie negatief beinvloed?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatjes

Slide 19 - Quiz

Aan het werk
Maken:
6.1 - 1 t/m 8
Lezen:
6.2

Begrippen:
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Hemoglobine
Witte bloedcellen
Leukemie
Bloedplaatjes
Leerdoelen:
- Je kan benoemen uit welke onderdelen het bloed van een mens bestaat
- Je kan de kenmerken van de verschillende onderdelen benoemen
- Je kan de taken van de verschillende onderdelen benoemen

Slide 20 - Diapositive