Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
4.1 Moedertaal
Slide 1 - Diapositive
Wat is/zijn jouw moedertaal/moedertalen? Een moedertaal is de taal die je het eerst thuis leert.
Slide 2 - Question ouverte
Lees: tekst 1
Slide 3 - Diapositive
Moedertaal leer je van je ouders of verzorgers?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Met moedertaal maak je al kennis in de buik van je moeder.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Moedertaal is de eerste taal die je hoort.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Baby’s die net geboren zijn kunnen nog geen verschil in klanken horen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Je bent meertalig als je meer dan één taal kunt spreken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Het duurt ongeveer tien jaar voordat je je moedertaal perfect kunt spreken, schrijven en verstaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Inge is geboren in Utrecht. Haar beide ouders komen uit Nederland en ze spreken thuis Nederlands. Op haar Nederlandse school leert ze Frans. Nederlands is voor Inge haar:
A
Moedertaal
B
Tweede taal
C
Vreemde taal
Slide 10 - Quiz
Inge is geboren in Utrecht. Haar beide ouders komen uit Nederland en ze spreken thuis Nederlands. Op haar Nederlandse school leert ze Frans. Frans is voor Inge haar:
A
Moedertaal
B
Tweede taal
C
Vreemde taal
Slide 11 - Quiz
Michael is geboren in China. Toen hij 6 maanden oud was, werd hij geadopteerd door Nederlands talige ouders. Thuis, op school en met vrienden spreekt hij Nederlands. Hij volgt een cursus Chinees. Nederlands is voor Michael
A
Moedertaal
B
Tweede taal
C
Vreemde taal
Slide 12 - Quiz
Michael is geboren in China. Toen hij 6 maanden oud was, werd hij geadopteerd door Nederlands talige ouders. Thuis, op school en met vrienden spreekt hij Nederlands. Hij volgt een cursus Chinees. Chinees is voor Michael
A
Moedertaal
B
Tweede taal
C
Vreemde taal
Slide 13 - Quiz
Musa is geboren in Nijmegen. Zijn ouders spreken Arabisch met elkaar en met Musa. Op school en met vrienden spreekt Musa Nederlands. Ook denkt hij in het Nederlands. Op school leert Musa Frans en Engels. Nederlands is voor Musa zijn:
A
Moedertaal
B
Tweede taal
C
Vreemde taal
Slide 14 - Quiz
Musa is geboren in Nijmegen. Zijn ouders spreken Arabisch met elkaar en met Musa. Op school en met vrienden spreekt Musa Nederlands. Ook denkt hij in het Nederlands. Op school leert Musa Frans en Engels. Frans en Engels voor Musa zijn:
A
Moedertaal
B
Tweede taal
C
Vreemde taal
Slide 15 - Quiz
Musa is geboren in Nijmegen. Zijn ouders spreken Arabisch met elkaar en met Musa. Op school en met vrienden spreekt Musa Nederlands. Ook denkt hij in het Nederlands. Op school leert Musa Frans en Engels. Arabisch is voor Musa zijn: